Met ‘ik ben nogal perfectionistisch’ scoor je niet meer blindelings op sollicitatiegesprekken. Volgens hr-experts is een flinke dosis adaptability quotient (AQ) oftewel aanpassingsvermogen vandaag een troef op de arbeidsmarkt. ‘IQ helpt je aan een job, met AQ behoud je hem ook.’
Het is niet de sterkste van de soort die overleeft, noch de intelligentste. Het is degene die zich het meest aanpast aan verandering’, wist Charles Darwin al in zijn On the Origin of Species uit 1859. Ruim anderhalve eeuw later is zijn quote op de werkvloer actueler dan ooit. AQ, de afkorting van adaptability quotient, is volgens verschillende hr-experts dé kwaliteit waarmee je je vandaag op een constant fluctuerende arbeidsmarkt kunt onderscheiden. Kunnen omgaan met verandering, skills bijschaven en je snel aanpassen aan onvoorziene omstandigheden zijn volgens die experts grote professionele troeven.
Op microniveau als werknemer, op macroniveau als onderneming. Het onverwacht opduikende coronavirus was hier de ultieme testcase. Uit een wereldwijde enquête van IBM vorig jaar bij meer dan 5.500 leidinggevenden, blijkt dat de meerderheid ‘een flexibele houding en zich snel aanpassen aan verandering’ de belangrijkste kwaliteit vindt bij werknemers. In 2016 prijkte die eigenschap nog maar op de vierde plaats in het lijstje. Automatisering en AI op de werkvloer zullen er bovendien voor zorgen dat een groot deel van onze jobs in de toekomst inhoudelijk een andere invulling krijgen. De kans is dus reëel dat we Darwin postuum gelijk moeten geven: de aanpasser wint.

Geen makke schaapjes, wel durvers
Het buzzwoord AQ – naar analogie met IQ en EQ – circuleert al langer in bedrijfskringen. De Amerikaanse natuurkundige en IBM-manager Stuart Parkin nam de term tien jaar geleden als eerste in de mond, waarna Harvard Business Review een jaar later AQ bombardeerde tot the new competitive advantage. De grote profeet bij een breed publiek is de Amerikaanse techinvesteerder Natalie Fratto, die in 2018 in een artikel voor Fast Company en later in een populaire TED-talk stelde dat AQ op de werkvloer de primaire voorspeller van succes zal worden. ‘IQ kun je beschouwen als het minimum dat je nodig hebt om een job te verkrijgen. AQ zorgt ervoor dat je op lange termijn succesvol bent’, legt ze ons uit in een skypegesprek. ‘Het is moeilijk om precies te omschrijven wat zo’n sterk aanpassingsvermogen inhoudt. Het gaat over een gevarieerde rits vaardigheden die moeilijk schaalbaar zijn, waaronder nieuwsgierigheid, durf, flexibiliteit, outside the box-denken om problemen op te lossen … Het woord ‘veerkracht’ leunt er waarschijnlijk nog het dichtst tegen aan.’
Hr-experte Hermina Van Coillie, die er ook sterk in gelooft dat AQ een steeds crucialere rol zal spelen in het professionele leven, beaamt: ‘Het gaat voor een groot deel over durf. Wij, mensen, zijn gewoontedieren; het is een natuurlijke reflex om ons te verzetten tegen verandering. Kun je wel goed om met onverwachte wendingen, als individu of als onderneming, dan is dat een enorm pluspunt.’
Een sterk aanpassingsvermogen betekent vooral niét dat je zonder morren akkoord moet gaan met elke verandering binnen een bedrijf, benadrukt de hr-experte. ‘Adaptability is allesbehalve kritiekloos volgen wat er topdown beslist wordt. Iemand met een hoog AQ is geen mak schaapje. Een goed aanpassingsvermogen betekent ook: durven nee te zeggen als een bepaalde verandering je ongunstig lijkt, en een alternatief suggereren. Het is zelf nadenken over een betere oplossing, in plaats van alleen het probleem zien.’ Als voorbeeld geeft ze een bedrijf dat zijn werknemers verplichtte om tijdens klantenbezoeken voortaan het verslag onmiddellijk ter plaatse op de laptop te tikken, in plaats van achteraf op kantoor. ‘Enkele werknemers droegen het – terechte – argument aan dat dit het goede contact met de klant verstoort, zo’n laptop tussen hen in. Als een verandering weerstand oproept in je bedrijf, kan het heel leerzaam zijn om te bekijken waarom die weerstand er is. Mensen mogen niet het gevoel krijgen dat ze zonder na te denken moeten meestappen in een verhaal.’
‘Veel bedrijven hebben een hoog AQ getoond tijdens de coronacrisis. Restaurants werden takeaways, de slager kreeg een webshop en telewerk werd de norm.’
‘In de praktijk is het zoeken naar een evenwicht’, vervolgt Van Coillie. ‘Tussen een werknemer en een bedrijf kan een grote discrepantie zitten op het vlak van AQ. Neem bijvoorbeeld thuiswerk. Door de coronacrisis raakte het vanzelf meer ingeburgerd, maar vroeger was dat lang niet altijd het geval. Soms waren het de werknemers die het wel wilden en probeerden door te voeren, maar stond het bedrijf dat niet toe. Dan steek je als individu de organisatie voorbij op het vlak van adaptability. Maar het kan net zo goed omgekeerd: een bedrijf wil personeel thuis laten werken, maar de werknemer voelt zich daar niet prettig bij.’
‘Microcarrières’
Flexibiliteit als kwaliteit bij de werknemer – eerder ook wel door het even hippe buzzwoord agility omschreven – is niet nieuw. Maar het voorbije decennium werd zo’n wendbare houding door maatschappelijke veranderingen steeds noodzakelijker, verduidelijkt rekruteringsexpert Jeroen Diels van Robert Half. ‘De vierde industriële revolutie heeft ervoor gezorgd dat bedrijven sneller moesten schakelen’, legt Diels uit. ‘Enkele disruptieve spelers hebben bepaalde sectoren volledig door elkaar geschud, zoals Airbnb, Netflix of Uber. De arbeidsmarkt van de toekomst zal daardoor gekarakteriseerd worden door één constante: verandering. Of het nu om technologische innovaties gaat, tijden van economische onzekerheid of onvoorziene omstandigheden zoals een corona-epidemie. Organisaties zullen zich snel moeten kunnen aanpassen, en werknemers hebben op hun beurt de juiste mindset nodig om met die verandering te kunnen omgaan.’
‘AQ-goeroe’ Natalie Fratto vult aan dat de werknemer die veranderingen ook zelf meer zal aansturen. ‘We blijven niet langer veertig jaar bij hetzelfde bedrijf. Ik zie onze toekomst eerder in microcarrières, waarbij we twee à drie jaar op één plek blijven en dan weer switchen. Dan is het handig om snel te kunnen schakelen. Bovendien kunnen we onmogelijk nu al voorspellen wat de inhoud van onze job over enkele jaren zal zijn. Als kind had ik nooit ‘techinvesteerder’ kunnen antwoorden op de vraag wat ik later wilde worden, want toen bestond zoiets nog niet. (lacht) Er zullen jobs blijven bij komen waarvan we ons vandaag nog niet kunnen indenken dat ze bestaan. Een zorgvuldig uitgekozen diploma en een voldoende hoog IQ als basis volstaan dan niet. Ik zie AQ, EQ en IQ als drie poten van een krukje. Bij de ene zal de IQ-poot wat dikker zijn, bij de andere de AQ-poot. Maar ze zijn alle drie nodig om overeind te kunnen blijven.’
Wat als … ons kantoorgebouw instort?
AQ mag dan (nog) niet in harde cijfers meetbaar zijn, de coronacrisis was wel de perfecte lakmoesproef om wendbare van minder wendbare bedrijven te onderscheiden. ‘Heel wat ondernemingen hebben een hoog AQ aangetoond tijdens deze coronacrisis’, vindt Diels. ‘Mijn favoriete restaurant werd een takeaway, mijn slager kreeg een webshop, veel bedrijven zijn van de ene dag op de andere volledig op telewerk overgeschakeld … Dat heeft veel te maken met de mindset en cultuur van een onderneming. Waar een wil is, is een weg. Ik vind het heel knap om te zien hoe het Leuvense bedrijf Materialise kort op de bal speelde en gratis een ontwerp maakte voor een ge-3D-printe coronaproof deuropener, om boven op de klassieke deurklink te monteren en zo ‘handsfree’ de deur te openen met je onderarm. Of hoe cosmeticabedrijf LVMH, ondanks de zware klap door het virus, alle cosmeticaproductie stopzette om ze te vervangen door de productie van ontsmettingsalcohol.’
Als bedrijf kun je volgens Diels ook zelf stappen ondernemen om het AQ van je werknemers te stimuleren. ‘Het is belangrijk om een klimaat te creëren waarin verandering geen drempel is, maar een normale gang van zaken. Het moet een deel worden van de bedrijfscultuur. Verander daarom af en toe de jobinhoud van medewerkers, of gooi de samenstelling van teams eens door elkaar. Je kunt ook experimenteren met nieuwe software om bepaalde doelen te behalen, om innovatief denken te stimuleren.’ Gouden regel bij die experimenten is volgens de rekruteringsexpert dat de baas ook in eigen boezem kijkt. ‘Een werkgever die wendbaarheid van zijn werknemers verwacht, moet die ook teruggeven aan zijn personeel. Denk aan flexibele uren, wisselende werkruimtes, telewerk … Een mooi voorbeeld is de ‘twenty percent time’-regel van Google. Medewerkers mochten twintig procent van hun tijd besteden aan een project waarvan ze zelf geloofden dat het bedrijf er beter van zou worden. De resultaten liegen er niet om: onder meer Gmail en Google News kwamen zo tot stand.’
‘Veel bedrijven hebben een hoog AQ getoond tijdens de coronacrisis. Restaurants werden takeaways, de slager kreeg een webshop en telewerk werd de norm.’
Voor net afgestudeerden die weldra de wankele werkvloer betreden, is het wellicht nuttige informatie hoe hr-afdelingen zullen vissen naar dat AQ-gehalte. Volgens Natalie Fratto zal een rekruteerder niet langer vrede nemen met het klassieke ingestudeerde lijstje met ‘goede’ en ‘slechte’ eigenschappen. ‘Ook wat je vroeger gepresteerd hebt, is een minder behulpzame indicator om iemands AQ in te schatten’, legt ze uit. ‘Peilen naar aanpassingsvermogen doe je eerder door ‘wat als’-vragen te stellen. Wat als … een zware storm onze kantoorgebouwen treft? Wat als … blijkt dat een collega informatie lekt bij de concurrentie? Je haalt sollicitanten uit hun comfortzone, want op dat soort vragen kun je je moeilijk voorbereiden. Maar je filtert er zo wel de creatieve denkers en nieuwsgierige avonturiers uit.’ Toch ook een vraag over het werkverleden? ‘Vraag de sollicitant dan om een situatie te schetsen die hij of zij op een vorige job goed aangepakt heeft’, vervolgt Fratto, ‘maar vraag ook meteen naar een andere, alternatieve manier om dat probleem op te lossen.’
Links sturen om naar rechts te gaan
Als het koude zweet je nu al uitbreekt, nog deze geruststellende gedachte: iedereen kan zijn aanpassingsvermogen verbeteren, beweren de experts. Zélfs als nieuwsgierigheid en zin voor avontuur niet bepaald in jouw genencocktail vervat zitten, en je al nerveus wordt als er per ongeluk een vork verdwaalt tussen de messen in de besteklade. ‘Ik zie het als een spier die je kunt trainen’, aldus Fratto. ‘Net als IQ is het geen statisch gegeven, maar je kunt jezelf erin verbeteren met behulp van bepaalde trucs. In feite komt het er altijd op neer bestaande patronen te leren doorbreken. Dat kan bijvoorbeeld door die ‘wat als’-situaties vaker te oefenen in je hoofd. Doordat je je meerdere scenario’s voor de geest haalt, word je vanzelf beter in het doorbreken van klassieke denkpatronen. Een andere truc is kennis die je vergaard hebt actief ‘wissen’ uit je geheugen, zoals je een harde schijf zou opruimen. Neem eens een andere weg naar het werk, gebruik je linkerhand in plaats van je rechter, probeer – al dan niet professioneel – iets uit dat op het eerste gezicht niks voor jou is … In mijn TED-talk geef ik zelf het voorbeeld van ingenieur Destin Sandlin en zijn Backwards Brain Bicycle, een fiets die hij zo ontwikkelde dat die naar links reed als hij rechts stuurde. Het duurde acht maanden voor hij erop kon rijden, maar het lukte. Dat getuigt van een hoog AQ. Het komt erop neer te blijven ontdekken, schijnbaar vanzelfsprekende dingen in twijfel te trekken en nieuwsgierig te zijn.’
‘IQ , EQ en AQ zijn als poten van een krukje. Je hebt ze alle drie nodig om overeind te blijven.’
Van Coillie bevestigt dat iedereen zichzelf een hoog AQ kan aanmeten, ook al zullen bepaalde persoonlijkheidstypes het logischerwijze moeilijker vinden dan andere. Ze ontkracht daarnaast het stereotype dat vooral oudere werknemers meer weerstand bieden tegen verandering. ‘Leeftijd is geen factor bij AQ. Uit ons onderzoek bleek zelfs dat ouderen hier in bepaalde gevallen meer voor openstaan. Denk aan een jonge moeder die plots gevraagd wordt om weekendwerk te doen. Zij zal daar minder happig op zijn dan een vijftiger wier kinderen al ouder zijn.’ Ze is ervan overtuigd dat aanpassingsvermogen voor iedereen een pluspunt is – jong of oud, starter of aan je fin de carrière. ‘Ik vrees dat wie zich niet kan aanpassen, op termijn verloren zal lopen op de werkvloer. Het is een enorm nuttige vaardigheid. Als je een rigiditeit leert te doorbreken, kun je daar heel veel deugd van hebben. Niet alleen op het werk trouwens, ook in je privéleven.’ Het scenario ‘Wat als … een pandemie de hele wereld zou platgooien’, hebben we alvast massaal eens kunnen oefenen. Oefening baart kunst.
Test jouw AQ
Volgens Ross Thornley, CEO en oprichter van het Britse bedrijf AQai, is AQ wél al meetbaar. Met AQai ontwikkelde hij een tool voor bedrijven om het aanpassingsquotiënt van medewerkers te meten. Daarnaast bieden ze cursussen aan om het op te krikken. ‘AQ zal dé indicator van succes worden wereldwijd’, vertelt een enthousiaste Thornley aan de telefoon. 40 procent van onze jobs zal er niet meer zijn over tien jaar. Het wordt adapt or die. COVID-19 heeft deze evolutie nog meer versneld.
Thornley maakt het onderscheid tussen aanpassingsvermogen als skill en AQ als metrische eenheid, waarvoor zij met AQai een eigen wiskundige schaal ontwikkelden. ‘Ons model en onze tool zijn er gekomen na drie jaar research met behulp van professoren, hr-deskundigen en bedrijven. Het is een chatbot waarbij je 25 minuten lang vragen moet beantwoorden, en als resultaat instant een score krijgt die aangeeft hoe hoog jouw AQ is.’