In het wereldwijde voetbal hebben makelaars bij internationale spelerstransfers dit jaar al voor bijna 589,5 miljoen euro aan commissielonen ontvangen. Daarmee is een nieuw record gevestigd. Dat blijkt uit een rapport van voetbalfederatie FIFA. Dat bedrag ligt nu al 19,3 procent hoger dan de bestedingen vorig jaar over een periode van twaalf maanden.
Voetbalclubs uit Engeland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Portugal en Spanje namen meer dan 80 procent van de totale betalingen aan commissies voor hun rekening.
Italië
FIFA registreerde dit jaar wereldwijd al meer dan 17.000 transfers. Bij 3.557 transacties was minstens een makelaar of een andere tussenpersoon gemoeid. Tevens bleek dat Italië het grootste bedrag aan commissielonen heeft betaald, gevolgd door Engeland.
De onderzoekers stelden ook vast dat Portugese voetbalclubs bijna half zoveel geld betaalden aan commissielonen als aan de eigenlijke transfers.
Het rapport maakt verder duidelijk dat 65 procent van de commissies dit jaar is betaald door de koper, terwijl de resterende 35 procent afkomstig is van de verkopende clubs. FIFA merkt nog op dat de commissielonen voor de makelaars de voorbije jaren een sterke stijging hebben gekend. Vijf jaar geleden was er immers slechts sprake van een bedrag van 217 miljoen euro.
In België werden tweeëntwintig internationale transfers geteld. De makelaars ontvingen daarvoor een totaalbedrag van 8,3 miljoen euro.
In het vrouwenvoetbal ontvingen makelaars een bedrag van 194.000 euro. Dat betekende echter wel een verdrievoudiging tegenover vorig jaar.
Grenzen
FIFA streeft naar de beperkingen van de betalingen aan makelaars. Een makelaar die de verkopende club vertegenwoordigt, zou volgens het voorstel een commissieloon van maximaal 10 procent kunnen aanrekenen.
Een makelaar die een speler of een kopende club vertegenwoordigt, zou een vergoeding kunnen ontvangen die maximaal 3 procent van het salaris van de getransfereerde voetballer bedraagt.