Vat Canadese olie kost nog even veel als een koffie bij Starbucks

Canadese ruwe teerzandolie is nu zo goedkoop geworden dat de transportkosten naar de raffinaderijen toe hoger zijn dan de olie zelf. Bij steeds meer teerzandolieproducenten gaan stemmen op om hun activiteiten stopzetten.

De prijs van West-Canadese ruwe olie daalde donderdag met een kwart tot 6,45 dollar per vat. Even veel als een venti-koffie bij Starbucks als het ware. De iets meer bewerkte synthetische variant kreeg nog rakere klappen te verwerken. Die daalde met bijna de helft tot 10,85 dollar per vat.

Net als sommige analisten al aankondigden is het transport van de olie nu duurder geworden dan de olie zelf. Prijzen variëren naargelang de vervoersmaatschappij tussen de 7 en 9 dollar per vat.

Als gevolg daarvan krijgen Amerikaanse en Canadese producenten het steeds moeilijker. Omdat hun break-evenpunt om olie te produceren veel hoger ligt.

Twee belangrijke Canadese producenten van teerzandolie – Suncor Energy Inc. En Athabasca Oil Corp. – hebben hun activiteiten al beperkt of stopgezet. Volgens sectorspecialisten mogen nog meer sluitingen worden verwacht.

Het probleem met teerzandolie: milieu-onvriendelijk en duur

Canada begon de productie van teerzanden na de oliecrisis van 1973 en ze kende haar hoogtepunt tussen 2005 en 2009, toen de olieprijs opschoot tot boven de 200 dollar per vat.

De Canadese teerzanden vormen een van de grootste oliereserves ter wereld. Met naar schatting 2.500 miljard vaten (een vat is 159 liter) op verschillende dieptes. Maar het gaat om een van de moeilijkst winbare vormen van zware olie op aarde. De winning van olie uit teerzand is een milieu-onvriendelijk en duur procedé. Het grootste probleem voor teerzand blijft de vervuiling. Volgens het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) ligt de uitstoot van broeikasgassen van olie geëxploiteerd uit teerzand zo’n 82 % hoger dan bij conventionele olie. In tijden van klimaatwijziging nog amper te verdedigen.

Verwacht wordt nu dat een groot deel van de teerzandreserve in Canada voor altijd in de grond zal blijven zitten. Teerzandprojecten die nog moeten worden aangevat blijken kwetsbaar. Omdat die pas renderen bij olieprijzen tegen de 100 dollar per vat of meer.

Omdat de winning van teerzandolie een grote impact heeft op het milieu duurt het vaak 5 tot 7 jaar om de nodige vergunningen los te krijgen. Daarna is even veel tijd nodig om het project te realiseren. Pas dan kan worden geproduceerd en begint men zijn investering te recupereren.

De algemene consensus was jaren geleden al dat de teerzanden na 2020 nog amper toekomst zullen hebben. Tenzij spectaculaire nieuwe technologische innovaties worden gedaan.

Projecten zoals fracking en teerzanden hebben eerder al tot protesten geleid. – Alex Milan Tracy/Sipa USA

Canada ligt geïsoleerd

Canada is vanwege zijn relatieve isolement en de beperkte beschikbaarheid van pijpleidingen voor export, een van de eerste landen die met de globale  instorting van de olieprijzen geconfronteerd wordt. Olie lijdt niet enkel onder de afname van de vraag door de coronacrisis. Er is ook een prijzenoorlog aan de gang als gevolg van het opblazen van het OPEC+-kartel, een informeel samenwerkingsverband tussen OPEC-leden en niet-OPEC-leden, waaronder Rusland. Net dat laatste land wilde niet weten van een Saoedisch voorstel om de productie te verminderen om zo de prijzen op een hoger niveau te houden. Met als gevolg dat beide landen nu de wereld met olie overspoelen. 

Producenten betalen klanten, niet omgekeerd

Dat heeft dan weer gevolgen voor het transport en de opslag van olie. Paul Sankey, die directeur is van de Japanse investeringsbank Mizuho Securities, legde vorige week uit dat olie een markt is van 100 miljoen vaten per dag. 

De economische gevolgen van de coronaviruspandemie kunnen die vraag met 20 miljoen vaten per dag doen zakken. Waarna een overschot ontstaat. Maar de ‘fysieke realiteit’ wil dat olie die wordt opgepompt moet worden geconsumeerd of opgeslagen. Wanneer de kosten van de opslag te hoog worden – of er gewoon onvoldoende extra ruimte is, is de kans niet klein dat olieproducenten hun klanten gaan betalen om toch maar olie af te nemen. De omgekeerde wereld dus…

Omdat dure Amerikaanse schalieolie en Canadese teerzandolie snel elke vraag gaat overtreffen en toch ergens gestockeerd moet worden, zijn die twee varianten kwetsbaarst voor hevige prijsschokken. Negatieve olieprijzen beginnen wanneer de kosten voor stockage hoger liggen dan wat de markt voor een vat wil betalen. Wat nu in Canada dus al het geval is.

Meer