De leeftijdsgrens voor het vaccin van AstraZeneca wordt in België verlaagd van 56 jaar naar 41 jaar. Dat kondigt Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) aan na het overleg van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid (IMC).

België had, net als verschillende andere Europese landen, het AstraZeneca-vaccin alleen voorbehouden voor oudere personen en legde op 7 april de minimumleeftijd op 56 jaar. Dat besluit kwam er nadat de Europese geneesmiddelenautoriteit EMA vaststelde dat er een ‘mogelijke link’ tussen het AstraZeneca-vaccin is en ‘zeer zeldzame gevallen van ongebruikelijke bloedstollingen bestaat, met name bij jongeren.

Maar nu wordt in België die minimumleeftijd dus verlaagd van 56 naar 41 jaar. ‘Op die leeftijd zijn de voordelen zeker groter dan het zeldzame risico’, is de uitleg. De IMC baseert zich op de adviezen van de Hoge Gezondheidsraad en de Task Force Vaccinatie.

Johnson & Johnson

Ook werd groen licht gegeven voor het vaccin van Johnson & Johnson, ontwikkeld door dochterbedrijf Janssen Pharmaceutica. Het J&J-vaccin heeft het grote voordeel dat slechts één dosis nodig is en dus snel leidt tot bescherming. De eerste 36.000 vaccins zijn intussen geleverd. België verwacht volgende week een bijkomende levering van 62.400 vaccins. In april-juni zouden in totaal 1,4 miljoen vaccins in ons land worden geleverd.

Voor het J&J-vaccin zet de IMC geen leeftijdsgrens. Nochtans doken er ook internationaal enkele zeldzame gevallen van trombose op na inenting, maar de risico’s worden door de Belgische autoriteiten erg miniem ingeschat. Op woensdag zette het EMA het licht al op groen voor het gebruik van het vaccin in alle leeftijdscategorieën.