Unizo en Liantis maakten deze week de jobstudent van het jaar bekend. De perfecte aanleiding voor Business AM om aan gedelegeerd bestuurder bij Unizo Danny Van Assche te vragen wat jobstudenten betekenen voor de economie.
Beluister hier het volledige interview met Unizo-topman Danny Van Assche:
De essentie: Jobstudenten zijn haast onontbeerlijk geworden in bedrijven. Daardoor zou Unizo graag willen dat studenten ook na 2024 tot 600 uren mogen werken. Ondertussen maken allerlei sectoren gebruik van jobstudenten.
- Van Assche: “We zien dat jobstudenten het hele jaar door van belang zijn geworden, ook in de normale bedrijfsvoering. 2022 heeft het record van 2021 verpulverd. Voor de eerste keer hebben we meer dan 1 miljoen studentenjobs per jaar gehad. Dat geeft aan dat de krapte op de arbeidsmarkt enorm aan het spelen is. Dat heel veel vacatures niet opgevuld raken, en dat werkgevers ook hoe langer hoe meer jobstudenten gaan gebruiken, puur om de dagelijkse werking van het bedrijf te ondersteunen.”
- “Het goede is dat een student het hele jaar door mag werken. De federale regering heeft er zelfs voor gezorgd dat studentenjobs dit jaar en volgend jaar niet beperkt blijven tot 475 uren, je mag 600 uren werken. Maar het feit dat dit beperkt blijft tot 2023 en 2024 is een beetje absurd. Unizo heeft dat ook gepeild bij zijn leden. De helft van diegenen die jobstudenten gebruikt, zegt nu al dat ze wel degelijk die 600 uur willen gebruiken, omdat het nodig is.”
- “Bij jobstudenten denken we heel gauw aan horeca en retail”, zegt Van Assche. “Dat klopt ook, want 55 procent van de studenten werkt nog altijd in die sectoren. Maar 45 procent werkt dus in alle mogelijke andere sectoren, verspreid over de hele economie. Een op de drie werkgevers werkt ergens in het jaar met een jobstudent.” (nd)
