In Frankrijk dreigen de voetbalclubs een belangrijk deel van hun inkomsten kwijt te raken. De Spaanse mediagroep Mediapro heeft immers zijn contract voor de televisierechten op de voetbalwedstrijden uit de Franse Ligue de Football Professionnel (LFP) verbroken. Mediapro gaf te kennen de voorwaarden van de overeenkomst, die pas begin dit seizoen was ingegaan, door de impact van de coronacrisis niet langer meer te kunnen respecteren.
De Ligue moet nu met een ander mediabedrijf onderhandelen om televisie-inkomsten uit zijn wedstrijden te kunnen puren. Analisten zeggen dat het akkoord tussen Mediapro en de Ligue ook zonder de uitbraak van de pandemie eigenlijk te mooi was om waar te zijn.
Schuldenlast
Het Spaanse televisiebedrijf Mediapro wordt met een zware schuldenlast geconfronteerd. De onderneming blijkt niet meer de financiële ruimte te hebben om de overeenkomsten van het Franse voetbalcontract – dat een bedrag van meer dan 1 miljard euro per jaar vertegenwoordigde – te blijven respecteren. Door die problemen dreigt echter ook chaos in de financiën van de Franse voetbalclubs.
Er is gedurende maanden tussen Mediapro en de Ligue onder supervisie van de Franse rechtbank onderhandeld over de ontbinding van het contract. De overeenkomst had nog een looptijd van vier jaar, maar is nu vroegtijdig afgebroken. Dit betekent dat de Ligue met een ander televisiebedrijf over de rest van het contract kan beginnen te onderhandelen.
Daarentegen betaalt de Spaanse televisiegroep slechts een deel van de vergoedingen die voor dit seizoen nog aan de Franse Ligue waren verschuldigd. Sinds oktober heeft Mediapro al twee betalingen overgeslagen. De Ligue zou inmiddels met Canal Plus, onderdeel van de groep Vivendi en eerder al partner van het Franse voetbal, gesprekken zijn opgestart.
Analisten verwachten echter dat een nieuwe overeenkomst voor het Franse voetbal beduidend minder lucratief zal blijken dan het contract met Mediapro. Daardoor dreigt een grote druk te zullen ontstaan op de financiën van de Franse clubs, die op de inkomsten uit de televisierechten hadden gerekend.
Waarschuwingstekens
Door het gulle contract hadden sommige Franse clubs beslist immers ook meer te investeren in transfers dan voordien het geval was geweest. Met het nieuwe transferseizoen in januari dreigen daardoor problemen. Mogelijk zullen een aantal Franse clubs verplicht worden spelers te laten vertrekken. Bovendien zal het moeilijk worden om op de transfermarkt te blijven concurreren met clubs uit andere grote Europese competities.
‘De verbreking van het contract betekent een roemloos einde voor de korte affaire tussen de Ligue en Mediapro, die twee jaar geleden met veel rumoer werd aangekondigd,’ zeggen de analisten. ‘De Ligue kon toen met veel trots melden voor de eerste keer in de geschiedenis voor de televisierechten een bedrag van 1 miljard euro per jaar te hebben kunnen bedingen.’
‘Dat betekende een stijging met 60 procent tegenover het vorige contract. Hierdoor werden een aantal vroege waarschuwingstekens over het hoofd gezien. Onder meer bleek bij het contract geen enkele bankgarantie geboden. Daarnaast waren er ook al problemen met Mediapro, inmiddels in handen van een relatief onbekende Chinese mediagroep, in Italië en de Verenigde Staten.’
‘In andere landen is het Franse Mediapro-avontuur dan ook met veel nieuwsgierigheid gevolgd. Daar wordt de mislukking gezien als een waarschuwing dat vele televisiebedrijven onder invloed van de coronacrisis zouden kunnen proberen de voorwaarden van de voetbalcontracten, die de voorbije jaren alleen maar duurder zijn geworden, te laten herevalueren.’
Bescherming
De problemen voor het Franse voetbalcontract begonnen in oktober, toen Mediapro een betaling van 172 miljoen euro oversloeg en aankondigde over de prijs van de overeenkomst te willen onderhandelen. Mediapro voerde daarbij aan dat de waarde van de wedstrijden, die zonder publiek moesten worden gespeeld, was gedaald. Bovendien werd gewezen op de dalperiode die de economie doormaakte. Begin december werd een tweede betaling overgeslagen.
Mediapro slaagde er daarbij in om zichzelf gerechtelijk tegen zijn schuldeisers te beschermen. Het bedrijf maakte daarbij gebruik van een Franse maatregel die ondernemingen met financiële moeilijkheden tegen de impact van de coronacrisis moest beschermen.
Dat manoeuvre zorgde ervoor dat de Ligue machteloos was om de naleving van de voorwaarden van het contract af te dwingen en daarentegen met een bemiddeling moest instemmen. Daardoor dreigen echter zware tekorten in de budgetten van de competitie en zijn twintig clubs. De Ligue werd zelfs gedwongen om voor 337 miljoen euro leningen op te nemen om de wedstrijden te kunnen blijven organiseren en de spelers te betalen.
