Steeds meer natuurbeschermers mikpunt van dodelijke aanslagen

Het voorbije jaar is wereldwijd een recordaantal natuurbeschermers vermoord. Ondanks de uitbraak van de coronapandemie heeft de roof van grondstoffen ook geen enkele vertraging getoond. Dat blijkt uit een rapport van de rechtenorganisatie Global Witness.

De onderzoekers kwamen tot de vaststelling dat vorig jaar 227 mensen werden gedood omdat ze probeerden bossen, rivieren en andere ecosystemen – die vaak bepalend was voor het levensonderhoud van de slachtoffers – te verdedigen.

Inheemse gemeenschappen

“Nagenoeg alle aanvallen vonden plaatsen in gebieden buiten Noord-Amerika, Europa en Oceanië”, zeggen de onderzoekers. “Net zoals de klimaatcrisis blijken ook milieugerelateerde conflicten landen met een laag inkomen onevenredig zwaar te treffen.”

“Bij meer dan één derde van de moorden behoorde het slachtoffer tot een inheemse gemeenschap, hoewel deze volkeren slechts 5 procent van de totale wereldbevolking vertegenwoordigen.”

“Uit de gegevens blijkt dat sinds de ondertekening van de Klimaatakkoorden van Parijs vijf jaar geleden elke week gemiddeld vier natuurbeschermers zijn vermoord”, stipt het rapport aan. “Daarbij diende de voorbije twee jaar nog een duidelijke stijging van het aantal dodelijke aanvallen worden vastgesteld.”

“Op acht jaar tijd is er zelfs sprake van een verdubbeling. Bovendien is de situatie in werkelijkheid wellicht nog erger. Om correcte cijfers te kunnen geven, moet er immers sprake zijn van transparantie, persvrijheid en burgerrechten, die echter van land tot land aanzienlijk kunnen verschillen.”

Latijns-Amerika

Net zoals de voorbije jaren vormde Latijns-Amerika – de thuisbasis van de rijkste biodiversiteit en intacte bossen in de wereld – voor natuurbeschermers de dodelijkste regio van de hele wereld. Colombia voerde de ranglijst aan met 65 slachtoffers.

“Daarmee wordt een moorddadige trend verder gezet sinds het vredesakkoord vijf jaar geleden tussen de Colombiaanse regering en de rebellen van het Farc”, zeggen de onderzoekers. “Dat akkoord heeft echter grote delen van het land voor de grondstoffenindustrie opengesteld.”

Mexico eindigde met dertig slachtoffers op een tweede plaats, gevolgd door de Filipijnen met 29 moorden. De Filipijnen zijn daarmee ook voor natuurbeschermers het meest moorddadige land van Azië. Bovendien werd in het land ook het grootste aantal slachtpartijen opgemerkt.

“Het meest schokkende vond plaats eind december toen het leger en de politie negen leden van het inheemse Tumandok-volk afslachtten omdat de slachtoffers zich verzet hadden tegen de bouw van een megadam op de rivier de Jalaur in Panay”, wordt in het rapport betoogd.

Wetten

Brazilië stond op de vijfde plaats met twintig moorden. “Het dodental is in Brazilië de voorbije jaren licht gedaald, hoewel de conflicten onder president Jair Bolsonaro naar een hoger niveau zijn verplaatst”, stippen de onderzoekers aan.

“In plaats van kleinschalige, illegale aanvallen op lokaal niveau, neemt de aanval op de natuurbeschermers nu de vorm aan van wetten die de bescherming van het leefmilieu ondermijnen. Er worden legale mechanismen ingezet om natuurbeschermers aan te pakken. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de criminalisering en de ondermijning van de politieke rechten van natuurbeschermers.”

Wanneer naar het aantal slachtoffers per hoofd van de bevolking wordt gekeken, voerde Nicaragua met twaalf moorden de ranglijst aan. In Nicaragua kent de situatie ook een sterke verslechtering. Er vielen vorig jaar dubbel zoveel slachtoffers dan het jaar voordien.

De onderzoekers maken nog gewag van één feit in Saoedi-Arabië. Daar werd een lid van de Huwaiti-stem gedood terwijl hij zich verzette tegen een gedwongen verhuis om plaats te maken voor de nieuwe stad Neom die de Saoedische regering wil bouwen.

(NS)

Meer