Steeds meer bedrijven snijden de weg naar de beurs af

Playboy, Nikola, Palantir. Het regent tegenwoordig namen van bedrijven die op creatieve manieren naar de beurs trekken om administratie te vermijden. Maar dat is geen nieuwe tactiek.

Eerst een woordje uitleg. In de meeste gevallen creëren bedrijven die naar de beurs gaan nieuwe aandelen waarmee ze dan extra geld ophalen om verder te investeren in hun bedrijf. Dat is een ‘normale’ beursgang.

Maar dat gaat niet op 1, 2, 3. Het hele proces dat aan zo’n beursgang voorafgaat vraagt een hoop tijd en geld. In de eerste plaats moet het bedrijf een aanvraag indienen bij een beurswaakhond. Als die aanvraag goedgekeurd wordt, moet er een bank gezocht worden die het proces begeleidt, een prijs vastlegt en beleggers warm maakt voor het aandeel. Dan moet er een prospectus opgesteld worden, waar allerlei financiële en andere informatie over het bedrijf gebundeld wordt. Dan wordt er uiteindelijk een prijs vastgelegd en kan het bedrijf naar de beurs. De voorbereiding kan alles bij elkaar zeker een jaar in beslag nemen.

Schelpen

Om al die rompslomp te vermijden kiezen sommige bedrijven ervoor om via een directe notering of een zogenaamd blancochequebedrijf naar de beurs te trekken. Een blancochequebedrijf wordt in het jargon wel eens een beursschelp genoemd en dat is exact zoals het klinkt. Het is een bedrijf dat op de beurs noteert zonder dat het iets noemenswaardigs doet. Zijn enige doel is om een ander bedrijf over te nemen en dat op die manier op de beurstabellen te plaatsen. Daarbij hoeft het overgenomen bedrijf niets te doen, naast voor de vorm fuseren met de beursschelp.

Electrawinds

De techniek vindt al ingang in de vroege jaren 90, toen vooral in de technologiesector. Maar in 2003 kende het zijn eerste boom, omdat de banken de explosie aan beursgangplannen niet meer konden volgen. Eén van de eerste Belgische bedrijven die op die manier naar de beurs trok was het in ongenade geraakte Electrawinds in 2012 en dit jaar zagen we ook al de waterstofspecialist Nikola zich op die manier verzekeren van een plaatsje op Wall Street. Het naaktmagazine Playboy doet het binnenkort ook zo. Sinds begin dit jaar brachten blanco beursgangen alleen in de VS al 33 miljard euro op. Dat is 260 procent meer dan een jaar eerder.

Het voordeel van zo’n notering is dus het gebrek aan administratie, maar het nadeel is dat er geen extra geld kan opgehaald worden. Het belang van bestaande aandeelhouders wordt overgekocht, maar het bedrijf geeft geen nieuwe aandelen uit. Zoiets is dus alleen maar interessant voor bedrijven die op zich al genoeg geld hebben of gewoon op de beurs willen staan voor de naamsbekendheid. Al kan het ook interessant zijn om een waardering van het bedrijf vast te leggen voor eventuele overnemers.

Ondoorzichtig

‘Maar er zijn voor beleggers wel heel wat nadelen aan verbonden’, zegt KBC-hoofdeconoom Tom Simonts. ‘Je hebt in de meeste gevallen totaal geen zicht op de financiën of wat er in het bedrijf omgaat omdat je geen prospectus hebt om op voort te gaan. Electrawinds is daar een goed voorbeeld van.’ De energiespecialist kwam enkele jaren geleden in een stevige controverse terecht omdat zijn financiering erg ondoorzichtig was en er werd gezegd dat het door allerlei contacten in het overheidsapparaat makkelijker aan opdrachten geraakte.

Alleen lijkt die ondoorzichtigheid beleggers niet zo te deren. Het aandeel van Nikola schoot op zijn allereerste beursdag 200 procent hoger. Ondertussen is ook dat bedrijf ironisch genoeg in de schandaalsfeer beland. Ook het e-sportsbedrijf DraftKings ging sinds zijn beursgang in april al meer dan 200 procent hoger en het ruimtebedrijf Virgin Galactic deed er in een klein jaar op de beurs al bijna 70 procent bij.

Directe notering

Daarnaast is er ook nog de directe notering. Het principe is grotendeels hetzelfde, alleen is er geen overnemer in het spel. Bestaande aandeelhouders brengen hun aandelen naar de beurs en verdienen daar uiteraard een aardige duit aan, maar het bedrijf zelf heeft er niets aan. Nochtans is dat ook een erg populaire manier. Alleen al in de voorbije twee jaar kwamen Spotify, Slack en Palantir op die manier aan een notering. Toch niet de minste namen. Het is vaak een manier om bestaande aandeelhouders te belonen en hen op een makkelijke manier uit te kopen.

Want een ander voordeel is dat er geen zogenaamde ‘lock-upperiode’ is voor bestaande investeerders. Bij een traditionele beursgang mogen de bestaande aandeelhouders hun aandelen niet verkopen voor een bepaalde periode. Meestal schommelt die rond het half jaar. Dat geldt dus niet voor de directe notering, wat een beursgang makkelijker kan laten verlopen omdat investeerders dan sneller bereid zijn erin mee te gaan.

Uitzondering

Maar er is altijd een uitzondering op de regel. Palantir besliste eerder deze week dat zijn investeerders 20 procent van hun aandelen mochten verkopen en de rest een jaar moeten bijhouden. Het is het eerste bedrijf dat een directe notering combineert met een lock-upperiode.

Eind vorig jaar was er een voorstel van de New Yorkse beurs om bedrijven toch geld te laten ophalen bij een directe notering. Dat werd uiteindelijk geweigerd door de beurswaakhond SEC. Maar niets houdt die bedrijven tegen om later toch nog geld op te halen. ‘Al zullen ze dan waarschijnlijk wel een prospectus moeten indienen’, zegt Simonts.

Meer