De federale overheid maakt de noodplannen klaar om in het kapitaal te stappen van bedrijven die van cruciaal belang zijn voor de Belgische economie. Maar welke ondernemingen komen in aanmerking?
Wat is er aan de gang? De federale overheid overweegt om aandeelhouder of bijna-aandeelhouder te worden van bedrijven die cruciaal zijn voor de Belgische economie en zware klappen krijgen in coronacrisis. De Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) is daar een systeem voor aan het uitwerken. De luchtvaartsector, met Brussels Airlines op kop, heeft al openlijk om steun gevraagd. Ook uit andere sectoren zou al gehengeld zijn naar mogelijke staatssteun.
Gaat het om nationalisaties? Dat is de extreemste vorm. Waarschijnlijker is dat de overheid een minderheidsbelang neemt om het strategische bedrijf in kwestie te stabiliseren. Met de overheid aan boord kan dat bedrijf ook makkelijker bijkomende financiering aangaan of andere partners aantrekken.
Er zijn technisch ook andere vormen mogelijk, zoals converteerbare obligaties, achtergestelde leningen of quasi-kapitaaleffecten. Al die formules komen er grosso modo op neer dat de overheid de kapitaalpositie van het bedrijf versterkt, maar geen rechtstreekse aandeelhouder wordt.
Welke bedrijven komen in aanmerking? Dat moet de federale regering uitmaken, wan het concept ‘essentieel voor de Belgische economie’ is rekbaar. Dat kan in theorie gaan om nuts- en energiebedrijven, voedingsbedrijven, logistieke spelers, telecombedrijven, banken en andere financiële spelers, transportbedrijven zoals luchtvaartmaatschappijen en de petrochemie. Mogelijk gaat de FPIM zelf proactief op zoek naar bedrijven of sectoren die extra beschermd moeten worden.
Wat is het verschil met een staatsgarantie voor bedrijfskredieten? Zulke overheidswaarborgen dienen om bedrijven met liquiditeitsproblemen (een tekort aan snel beschikbaar geld) te helpen. Bij kapitaalinjecties draait het niet om de liquiditeit, maar om de solvabiliteit, zeg maar de financiële robuustheid door de kapitaalpositie.
Staat Europa niet weigerachtig tegenover staatsparticipaties? De Europese Commissie heeft een ’tijdelijk kader voor staatssteun‘ uitgewerkt, dat evenwel de nadruk legt op liquiditeitssteun. Maar er lijkt, gezien de uitzonderlijke omstandigheden en de roep in meerdere lidstaten, wel ruimte om staatsparticipaties toe te laten.
Waarom dit van groot belang is. Aangezien het om grote bedrijven gaat, kan de staatssteun snel in de miljarden euro’s lopen. De naweeën van de bankencrisis van 2008 hebben ook geleerd dat een exit van de overheid niet vanzelfsprekend is. Zo is de overheid nog steeds aandeelhouder van Ethias en BNP Paribas en de enige eigenaar van Belfius.