Liberale maatschappijen zoals Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Australië hebben een negatieve impact op het sociale welzijn van hun burgers. Dat is de conclusie van het boek ‘Harmful Societies: Understanding social harm’ van Simon Pemberton, professor sociaal beleid aan de University of Birmingham, die schadelijke effecten zoals zelfmoord, obesitas, armoede en werkloosheid onderzocht in de lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso).
De besparingsprogramma’s die in vele Europese landen werden geïmplementeerd dreigen volgens Pemberton de sociale schade voor de bevolking nog te verergeren.
Vermijdbare schade
“De organisatie van de maatschappij kan tot vermijdbare schade bij de bevolking leiden,” stipt Simon Pemberton aan. “Er kunnen tussen vergelijkbare kapitalistische samenlevingen grote verschillen worden opgetekend in het succes om hun burgers tegen deze schade te beschermen.”
“Sociale schade is niet onvermijdelijk, maar daarentegen een product van de manier waarop men beslist heeft de maatschappij te organiseren. Sociaal-democratische landen zoals Denemarken, Noorwegen en Zweden slagen erin om hun bevolking het best tegen sociale schade af te schermen. Ook in corporatistische landen zoals Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk worden relatief goede resultaten geregistreerd.”
“Daarentegen hebben neo-liberale maatschappijen zoals Chili, Mexico, Turkije en Rusland de meest schadelijke invloed op hun bevolking, samen met liberale samenlevingen zoals Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Australië,” voert Simon Pemberton aan.
“Maatschappijen met een hoge graad van decommodificatie – gekenmerkt door grote bestedingen aan welzijn, diensten, onderwijs en gezondheidszorg – laten lagere niveaus van armoede, financiële onzekerheid, doodslag en kindersterfte optekenen.”
“Samenlevingen met een zwaar besparingsbeleid – zoals Griekenland, Spanje, Portugal en Groot-Brittannië – ontmantelen daarentegen veel van de maatregelen die hun bevolking tegen sociale schade moeten beschermen.”
Natuurlijke mortaliteit
“In Groot-Brittannië lopen elk jaar duizenden volwassenen en kinderen zware of fatale schade op als gevolg van vermijdbare gebeurtenissen,” zegt professor Pemberton nog.
“In Engeland en Wales sterven elk jaar achttienduizend mensen door de effecten van de winter, terwijl 29.000 levens vroegtijdig worden afgebroken door luchtvervuiling en 13.000 mensen overlijden als gevolg van aandoeningen die te wijten zijn aan een ongezonde werkomgeving.”
“Deze schadelijke gebeurtenissen zijn nochtans niet onvermijdbaar en zijn het gevolg van de manier waarop het beleid gekozen heeft de maatschappij te organiseren. De winter, het verkeer, armoede, financiële onzekerheid en sociale isolatie hebben geen natuurlijke mortaliteit.” (mah)