Het onderzoek naar ‘nucleair terrorisme’ in de kerncentrale Doel 4 is definitief stilgelegd. Daarmee gaat de persoon die in 2014 de reactor van de kerncentrale deed stilvallen vrijuit. Dat schrijven de kranten van Mediahuis.
“Er zijn verschillende onderzoeksmethodes toegepast, maar helaas is het onmogelijk gebleken om een verdachte te identificeren. We hebben onvoldoende bewijs om iemand te kunnen vervolgen”, zegt communicatiedirecteur van het federaal parket Eric Van Duysse aan De Standaard.
De sabotagezaak sleepte al meer dan 7 jaar aan, een verdachte werd nooit gevonden. Het federaal parket zal de zaak seponeren. In augustus bleek al dat er niemand in verdenking werd gesteld. Uit het onderzoek bleek toen wel dat er enkele bezwaren waren tegen enkele personen, het federaal parket moest uitmaken of die zwaar genoeg waren om naar de correctionele rechtbank te vorderen. Dat blijkt nu niet het geval te zijn, er is geen enkel spoor naar een mogelijke dader.
Olie-afvoer
De sabotage in Doel 4 dateert van 5 augustus 2014. Toen werd de reactor van Doel 4 automatisch uitgeschakeld, omdat een turbine door gebrek aan olie oververhit raakte. Iemand met toegang tot de centrale had een veiligheidsklep voor de olie-afvoer opengedraaid, waardoor die wegstroomde naar een reservoir in plaats van naar de turbine.
De klep werd opengedraaid en opnieuw gemonteerd waardoor het leek alsof ze toch gesloten was, zo kon de sabotage moeilijker opgemerkt worden. Op de plaats waar de sabotage plaatsvond – buiten het nucleaire gedeelte van de centrale – was er geen camerabewaking of toezicht. Ook een analyse van vingerafdrukken op de hendel leverde geen resultaat.
De vervanging van de gesaboteerde turbine kostte energieleverancier Engie 30 miljoen euro. Daarbovenop moest voor 100 miljoen euro aan buitenlandse stroom aangekocht worden om voor het stilvallen van de reactor te compenseren.
(evb)
