Dankzij logistieke problemen zal de nieuwe fabriek van de Russische wapenfabrikant Kalashnikov dit jaar niet beginnen met het produceren van wapens in Venezuela. De Russisch-Venezolaanse overeenkomst voor de bouw van de fabriek werd in 2006 ondertekend, maar de uitvoering ervan werd jarenlang verhinderd door corruptieschandalen en sancties van de VS.
Vladimir Lepin, CEO van Kalashnikov, heeft vrijdag bekend gemaakt dat de nieuwe fabriek – voor de productie van de AK-103 geweren en munitie – dit jaar niet meer zal functioneren, als gevolg van logistieke problemen.
De overeenkomst voor de bouw van de wapenfabriek in Venezuela werd in 2006 gesloten. Destijds stond de voltooiing gepland tussen 2009 en 2011, maar is de afgelopen jaren om diverse redenen uitgesteld, waaronder het coronavirus, diverse corruptieschandalen en Amerikaanse sancties. De voormalig Russisch senator Sergej Popelnikov, wiens bedrijf de leiding had over het project, werd in 2017 veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf voor het stelen van meer dan 1 miljard roebel.
Andermaal uitgesteld
Eind 2021 stelden Russische functionarissen dat de start van de wapenproductie van de fabriek andermaal uitgesteld moest worden vanwege sancties van de Verenigde Staten. Het bedrijf verzekerde echter dat de productie van wapens en munitie in 2022 van start zal gaan.
“Russische specialisten zijn begonnen met de voorbereiding van de apparatuur en de assemblagelijnen. We verzekeren de lancering in 2022 uit te voeren”, zo verklaarde woordvoerster Valeria Reshétnikova destijds. Het lukte het bedrijf echter niet om de fabriek in gereedheid te brengen, dankzij logistieke problemen als gevolg van de aanhoudende sancties van de VS.
Landingsplaats
Venezuela is voor Rusland een belangrijke landingsplaats voor politieke en militaire invloed in Latijns-Amerika. Via het Zuid-Amerikaanse land poogt het Kremlin om Washington onder druk te zetten, met onder andere het dreigement dat het Russische soldaten zal stationeren in het land.
En ook door de politieke banden met het regime van Maduro aan te halen vergroot Moskou succesvol de druk op de VS. Toen Rusland in februari Oekraïne binnenviel, was het Venezuela dat het Kremlin zijn “sterke steun” toezegde, terwijl het de “destabiliserende acties” van de NAVO veroordeelde.
Bondgenoten van Moskou
In 2019 verbrak de VS zijn diplomatieke betrekkingen met Venezuela, nadat het de autoritaire leider beschuldigde van verkiezingsfraude. De regering-Trump zette het regime van Maduro vervolgens verder onder druk door de Venezolaanse olie te sanctioneren en de oppositieleider Juan Guaidó te erkennen als de rechtmatige president van het land. Als reactie zocht Maduro economische de diplomatieke hulp bij Rusland, Iran en China.
De Russische invasie van Oekraïne heeft de VS ertoe gezet meer aandacht te besteden aan de bondgenoten van Moskou in Latijns-Amerika, die volgens Washington een bedreiging kunnen vormen voor de VS.
Recentelijk verlichtte de VS zijn sancties tegen Venezuela, waardoor oliebedrijven er weer zaken zouden kunnen doen. Eind mei gaf het Amerikaanse ministerie van Defensie toestemming aan Chevron, de tweede grootste oliemaatschappij in de VS, om gesprekken aan te gaan in Venezuela om er olie te ontginnen. Dat was lange tijd vanwege de Amerikaanse sancties, opgelegd dankzij het dictatoriale regime van Nicolás Maduro, eerder niet mogelijk.
(jvdh)