Steeds meer ruimteafval: “Het is de bedoeling dat die satellieten zichzelf gaan beginnen opruimen. Anders hebben we een groot probleem”

Nu steeds meer satellieten de ruimte in worden geschoten, begint ruimteafval een steeds groter probleem te worden. Volgens ruimevaartingenieur Stijn Ilsen moet een manier worden gevonden om de ruimte in een baan rond de aarde schoon te maken. Dat vertelde hij in een interview met Business AM.


Beluister het volledige interview hier.


Waarom is dit belangrijk?

Een toenemend aantal landen hebben steeds ambitieuzere plannen in de ruimte. Ruimteschroot kan daarbij een gevaar vormen: er zijn enorm veel brokstukken die aan tienduizenden kilometers per uur rond de aarde draaien. Zelfs een klein stuk afval kan dus catastrofale gevolgen hebben voor ruimtevaarders.

De essentie: In het verleden zou niet genoeg rekening zijn gehouden met de mogelijkheid dat ruimteafval een probleem zou worden, zegt Ilsen.

  • “Een satelliet die zichzelf niet opruimt (door na zijn levensloop richting de atmosfeer te bewegen om daar op te branden, red.), wordt eigenlijk ruimteafval, … want die heeft voldoende snelheid en die blijft gewoon zijn rondjes draaien.”
  • Volgens Ilsen moet daar vanaf nu rekening mee worden gehouden. Satellieten die in de toekomst gelanceerd worden, zullen zichzelf moeten opruimen. “Anders hebben we een groot probleem.”
  • De kans bestaat immers dat steeds meer botsingen gebeuren in de ruimte, waardoor meer afval ontstaat, dat dan weer meer botsingen veroorzaakt. Zo’n cascade heeft zelfs een naam: het Kesslersyndroom, in 1978 voorgesteld door NASA-wetenschapper Donald J. Kessler. 
  • Om dergelijke situatie te vermijden, moet een wettelijk kader worden uitgebouwd, vindt Ilsen. “Elk land heeft criteria die het hanteert en het valt eigenlijk onder de verantwoordelijkheid van het land waar je vertrekt … Er mist nog een beetje een wettelijk kader dat de heelheid van de lanceringen omvat”, laat Ilsen weten.

(kg)

Meer