De aanwezigheid van publiek in voetbalstadions heeft een duidelijke impact op het spel op het terrein. Onder meer moet worden vastgesteld dat het thuisvoordeel, een wereldwijd fenomeen dat teamsporten op alle niveaus – van recreatief tot elite – treft, nagenoeg wordt gehalveerd.
Dat blijkt uit een studie van wetenschappers aan de Northumbria University en de Leeds University, gebaseerd op een analyse van bijna 5.000 voetbalwedstrijden in Engeland, Duitsland, Spanje, Italië, Portugal, Griekenland, Turkije, Oostenrijk, Denemarken, Rusland en Zwitserland.
De onderzoekers merken op dat de uitbraak van de coronapandemie een unieke kans bood om de reële impact van het thuisvoordeel te kunnen aanwijzen.
Doelpunten
“Een thuiswedstrijd kan voetbalploegen diverse voordelen bieden”, zeggen de onderzoekers. “Dit kan worden toegeschreven aan het effect van de supporters op de spelers of scheidsrechter. Bovendien kan het een voordeel bieden om in een vertrouwde omgeving het duel met de tegenstander aan te gaan, terwijl het bezoekende team mogelijk de negatieve impact van de heenreis ervaart.”
De studie toonde aan dat thuisteams bij een gebrek aan publiek significant minder doelpunten scoorden en minder punten verzamelden. De afwezigheid van het publiek bleek tevens van invloed te zijn op de manier waarop scheidsrechters overtredingen tegen spelers van de thuisploeg en het bezoekende team beoordeelden.
Met fans in het stadion bleken teams per wedstrijd thuis gemiddeld 0,39 punten meer punten te verzamelen dan op verplaatsing. In stadions zonder fans werd dat voordeel echter bijna gehalveerd. De teams behaalden immers thuis nog slechts 0,22 punten meer dan op verplaatsing. Gesteund door supporters scoorden de ploegen thuis ook 0,29 doelpunten per wedstrijd meer dan op verplaatsing. Zonder fans viel dat overschot echter terug tot 0,15 doelpunten per wedstrijd.
Het gebrek aan toeschouwers beïnvloedde ook de manier waarop scheidsrechters overtredingen beoordeelden. De referees bleken in stadions zonder publiek immers vaker fouten tegen de thuisploegen te fluiten. Tegelijkertijd kon worden vastgesteld dat bezoekende ploegen in lege stadions ook minder snel voor gele kaarten hoefden te vrezen.
De thuisploegen werden, ongeacht het groter aantal gefloten fouten, met vergelijkbare aantallen gele kaarten geconfronteerd als in stadions met gevulde tribunes. Bij rode kaarten kon een soortgelijk patroon worden uitgesteld, hoewel het fenomeen hier minder uitgesproken was.
“De lege stadions tijdens de coronacrisis boden een unieke, zij het onbedoelde kans om een onderzoek op te zetten naar het thuisvoordeel, één van de meest besproken en empirisch bestudeerde fenomenen uit de professionele teamsport,” betoogt Dane McCarrick, professor psychologie aan de Leeds University. “De studie toont alvast aan dat de aanwezigheid van fans een impact heeft.”
Speelstijl
“Het onderzoek toonde dat thuisploegen zonder ondersteunende fans minder dominant waren”, merkt McCarrick op. Daarbij werd gewag gemaakt van gemiddeld 0,7 minder gewonnen hoekschoppen per wedstrijd, maar ook van 1,3 minder schotpogingen en 0,4 minder schoten op doel.
De bevindingen suggereerden anderzijds dat het gebrek aan publiek weinig verschil maakt voor de aanvallende acties van de bezoekende teams. Daarbij werd gesproken over 0,10 extra corners, 0,17 meer schoten en 0,20 meer schoten op doel.
De onderzoekers ontdekten tevens dat de dominantie van teams een veel grotere invloed had op de beslissingen van scheidsrechters dan de aanwezigheid van thuisfans. “Wanneer overtredingen en gele kaarten worden meegerekend, blijkt de rol van het publiek duidelijk minder te worden,” zeggen de onderzoekers nog. “Opmerkelijk genoeg hebben rode kaarten hier geen significante invloed.”
“De studie toont dus ook dat de invloed van thuisfans op scheidsrechters meestal verdwijnt wanneer er met de speelstijl van de teams rekening wordt gehouden”, besluit McCarrick.
(NS)