Proces Arco: de vraag van 1,5 miljard euro achtervolgt CD&V al bijna tien jaar

Woensdag gaat een belangrijk proces van start in het financiële drama rond Arco. Die coöperatieve holding van de christelijke werknemersbeweging, een vleugel van CD&V, werd in de periode 2008-2011 meegesleurd in de val van grootbank Dexia. Bijna 800.000 gedupeerde Arco-coöperanten hebben nog steeds geen uitzicht op een schadevergoeding, ondanks de beloften van verscheidene CD&V-toppers in het voorbije decennium.

‘Ik kan vandaag niet beloven dat wij er iets aan kunnen doen. Dat zou een foute belofte zijn’, verklaarde CD&V-voorzitter Joachim Coens maandagavond in Terzake over een mogelijke vergoeding voor de Arco-gedupeerden. Hij houdt daarmee de lijn aan die de christendemocraten sinds de regeringsdeelname aanhouden. Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V), in een vorig leven advocate voor Arco, liet vorig jaar eveneens verstaan dat ze niets kan beloven aan de coöperanten en in het regeerakkoord van De Croo I wordt ook niet meer over het dossier gerept.

Volgens het CD&V-kamp is het eerst wachten op de uitspraken in de vele rechtszaken in het dossier. Woensdag begint een van de belangrijkste. Ruim 2.000 gedupeerden procederen voor de Nederlandstalige ondernemingsrechtbank van Brussel tegen Arco, de Belgische staat en de bank Belfius. De rechtbank verhuist voor de gelegenheid naar de oude gebouwen van de NAVO in Evere.

Wie betaalt?

Ter herinnering: Arco was een grote aandeelhouder van Dexia en ging tijdens de bankencrisis mee ten onder. Bijna 800.000 coöperanten waren de klos. Omdat de Dexia-aandelen waardeloos werden, verdampte ook de waarde van hun Arco-aandelen bijna helemaal. Daardoor ontstond een financiële put van 1,5 miljard euro, of gemiddeld een slordige 2.000 euro per coöperant. Maar bij sommige gedupeerden gaat het om tienduizenden euro’s aan waardeverlies. De vragen die hen al bijna tien jaar in de ban houdt: ‘Zien we nog ooit iets van dat geld terug en van wie zou zo’n schadeloosstelling kunnen komen?’

Dit zijn de zes theoretische mogelijkheden:

1/ Arco

Arco zelf is geen echte optie. Het financiële vehikel van de christelijke werknemersbeweging gooide bij de crash van Dexia al snel de handdoek in de ring. Vier coöperatieve vennootschappen van het ineengestorte Arco-imperium gingen op 8 december 2011 in vereffening, met Arcopar en Arcofin als de belangrijkste. De opbrengsten uit de vereffening zijn helemaal ontoereikend om de put van 1,5 miljard euro te dempen.

2/ De Belgische staat

Toen Dexia in 2008 dreigde te kapseizen in de bankencrisis, beloofde de regering van premier Yves Leterme (CD&V) een waarborg voor de Arco-coöperanten. Een dag na een tweede reddingsactie voor Dexia, in 2011, werd de belofte omgezet in een Koninklijk Besluit, waardoor Arco officieel toetrad tot het waarborgsysteem dat vooral voor spaarboekjes gebouwd was.

De bijna 800.000 Arco-coöperanten kregen zo uitzicht op een schadevergoeding, maar de regeling – die de belastingbetaler een slordige 1,5 miljard euro kon kosten – stuitte meteen op kritiek. De grote vraag was of een aandeel in een financiële coöperatie wel vergelijkbaar was met sparen via een spaarboekje. Nee, oordeelde het Europees Hof van Justitie in 2016. De Arco-coöperanten zijn geen spaarders, maar beleggers. De Raad van State maakte in maart 2018 definitief een kruis over de staatswaarborg.

3/ Belfius

‘Misschien kan Belfius iets voor ons doen?’, hopen veel Arco-coöperanten, die vaak ook klant zijn bij de bank. Belfius is het voormalige Dexia Bank België. De Belgische staat haalde de bank in oktober 2011 uit de crashende groep Dexia om zo de Belgische bankactiviteiten te redden. Sindsdien is Belfius voor 100 procent in handen van de federale overheid.

De voorbije jaren circuleerden tal van ideeën om de schadeloosstelling van de Arco-gedupeerden niet rechtstreeks via de overheid – want dat mag niet van Europa – maar via Belfius te organiseren. Maar tot een juridisch waterdichte oplossing, als die al bestaat, kwam het nooit.

Het proces dat woensdag van start gaat, gooit het over een andere boeg. Het hoofdargument van de ruim 2.000 coöperanten, bijgestaan door het advieskantoor Deminor, is dat de historische voorlopers van Belfius, en dan vooral de spaarbank Bacob, de coöperanten misleid hebben over de risico’s van hun investering. Velen dachten dat het om een risicoloos spaarproduct ging, maar dat bleek niet het geval te zijn. En dus, besluit Deminor, moet Belfius de gedupeerden vergoeden.

4/ Beweging.net

In een andere rechtszaak richt de vereniging Arcoclaim, die zo’n 12.000 Arco-coöperanten vertegenwoordigt, de pijlen op Beweging.net (ex-ACW), de grote christelijke werknemersbeweging die achter Arco schuilt. Ook de vakbond ACV en de Christelijke Mutualiteiten (CM) vallen onder de koepel van Beweging.net. Volgens Arcoclaim speelde het toenmalige ACW ‘een centrale rol in de misleidende commercialisering’ van de Arco-aandelen.

De vertegenwoordigers van de gedupeerden zitten overigens niet altijd op een lijn. Arcoclaim vindt dat de rechtszaken moeten samengevoegd worden, Deminor vindt van niet.

5/ Gezamenlijke inspanning

Bij de regeringsonderhandelingen in 2014 spraken de deelnemende partijen af om de Arco-coöperanten voor 40 procent te vergoeden, dus 600 miljoen euro in plaats van 1,5 miljard euro. Het geld moest komen van drie bronnen: de regering, Belfius en Beweging.net. Maar ook die oplossing werd geen realiteit, omwille van de vele juridische hindernissen.

6/ Niemand

Een laatste scenario is dat de Arco-coöperanten helemaal geen vergoeding krijgen. Dat zullen veel gedupeerden echter als definitieve woordbreuk door CD&V ervaren. En dat kan voorzitter Coens missen als kiespijn, want CD&V kreeg bij de jongste peiling al amper 10 procent van de stemmen meer. Volgens schattingen door Deminor gaat het intussen niet meer om 800.000 gedupeerden in totaal, maar slechts om ruim 600.000 coöperanten, omdat na tien jaar een deel overleden is.

(lb)

Meer