Porsche wil in Formule E meer mogelijkheden voor batterijresearch

De Duitse autobouwer Porsche is in gesprek met de Formule E om nieuwe ontwikkelingen rond de batterijtechnologie toe te laten. Dat heeft Thomas Laudenbach, bij Porsche de nieuwe topman van de divisie autosport, bevestigd.

De Formule E gebruikt momenteel een gestandaardiseerde batterij. Dat principe moet de budgetten van de teams onder controle helpen houden, maar Laudenbach zou graag ruimte voor onderzoek naar nieuwe ontwikkelingen zien.

Budgetten

Sinds de oprichting van de Formule E – de elektrische tegenhanger van de Formule 1 – wordt er met een gestandaardiseerde batterij gewerkt. In eerste instantie werd beroep gedaan op de technologie van Williams Advanced Engineering. Nadien volgde een overstap naar McLaren Applied.

Vanaf volgend seizoen zullen de batterijen opnieuw door Williams worden geleverd. Porsche wil in de toekomst echter een grotere vrijheid in de keuze van technologie.

Eerder al werd door een aantal partijen gesuggereerd om een grotere vrijheid in de keuze van de batterijen toe te laten, maar de Formule E vreesde voor een stijging van de budgetten van de fabrikanten.

Thomas Laudenbach heeft nu echter een tussenweg voorgesteld. Daarbij zouden een aantal limieten worden vastgelegd waarbinnen nieuwe ontwikkelingen zouden kunnen gebeuren.

“Porsche zou graag zien dat de batterijtechnologie op een of andere manier voor nieuwe ontwikkelingen van de fabrikanten zou openstaan”, verduidelijkte Laudenbach. “We begrijpen echter dat een volledige vrijheid niet aangewezen is.”

“We willen niet dat een aantal teams – met de steun van partners die wagens voor het commerciële circuit bouwen – fortuinen zou uitgeven om nieuwe concepten op de markt te brengen.”

“Dat zou immers voor de kleinere teams dodelijk kunnen zijn. Wel zouden wij een aantal limieten willen voorstellen waarbinnen wel een aantal nieuwe ontwikkelingen mogelijk zouden zijn.”

Kostenplafond

De Formule E heeft vanaf oktober volgend jaar een nieuw kostenplafond aangekondigd. Daarbij zouden de fabrikanten voor onderzoek en ontwikkeling per pakket van twee seizoenen een budget van 25 miljoen euro kunnen reserveren.

De debatten rond de vrijheid in batterijtechnologie worden vaak gelinkt aan de vraag in welke mate de Formule E voor de autofabrikanten als een laboratorium voor nieuwe ontwikkelingen fungeert. Deze problematiek was voor constructeurs zoals Mercedes en BMW naar eigen zeggen een deel van de beslissing om zich uit de Formule E terug te trekken.

Analisten wijzen erop dat de batterij voor de Formule E het grootste ontwikkelingspotentieel voor de toekomst biedt. “Vrijheid staat echter helaas gelijk met geld”, voert Alejandro Agag, topman van de Formule E, aan. “Hoe meer vrijheid wordt gelaten, hoe meer geld de deelnemers moeten uitgeven om concurrentieel te blijven.”

“Daardoor dreigen echter een aantal teams na verloop van tijd in financiële problemen te komen, zodat ze zich verplicht zien zich uit de competitie terug te trekken.”

Porsche heeft met de Formule E nog een contract van twee seizoenen.

(bzg)

Meer