De gezamenlijke overheidsschuld van de landen van de eurozone is in het tweede kwartaal van 2021 gedaald tot 98,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dit bleek vrijdag uit cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat. Dit is een daling met 1,7 procentpunt ten opzichte van het eerste kwartaal. Het begrotingstekort van de eurozone is ook licht gedaald, van 7,1 procent van het bbp in het eerste kwartaal tot 6,9 procent in het tweede.
Als gevolg van de coronacrisis is de totale overheidsschuld de afgelopen kwartalen gestaag opgelopen. In het eerste kwartaal van 2020 bedroeg die nog 86,1% van het bbp, een cijfer dat in het eerste kwartaal van 2021 is gestegen tot 100% van het bbp. Er heeft zich echter een ommezwaai voltrokken: Eurostat raamt de totale schuld op 98,3% van het bbp aan het einde van het tweede kwartaal van 2021.
België verbleekt bij Griekenland
België blijft, ondanks een daling met 3,2 procentpunten, een van de slechtste leerlingen van de klas, met een totale overheidsschuld van 113,7% van het bbp. Dat verbleekt echter bij Griekenland, dat een overheidsschuld van 207,2% heeft.
De overheidsschuld van de Europese Unie als geheel (27 landen) bedroeg na het tweede kwartaal 90,9%, tegen 92,4% een kwartaal eerder.
Situatie begrotingstekorten licht verbeterd
Wat de begrotingstekorten betreft, is de situatie van de landen van de eurozone ook iets verbeterd ten opzichte van het eerste kwartaal: het tekort is gedaald van 7,1% van het bbp in het eerste kwartaal tot 6,9% in het tweede. Voor de Europese Unie als geheel bedroeg het tekort na het tweede kwartaal 6,3%, tegen 6,6% in het eerste kwartaal.
Voor België is het begrotingstekort in het tweede kwartaal opgelopen van 4,8% tot 6% van het bbp. Volgens de Nationale Bank van België (NBB) is dit vooral te wijten aan het feit dat de inkomsten zijn gedaald, terwijl de uitgaven als gevolg van de gezondheidscrisis weer zijn gestegen.
(lb)