Opmerkelijk beperkte interesse in Stasi-dossiers; onderzoekers vermoeden opzettelijke onwetendheid

In Duitsland krijgen burgers al langere tijd de mogelijkheid om inzage te krijgen in de dossiers die het voormalige Oost-Duitse Ministerium für Staatssicherheit (Stasi) mogelijk over hen zou hebben bijgehouden. Het is echter opvallend dat de meerderheid van de Duitsers daarvan geen gebruik hebben gemaakt. Dat blijkt uit een rapport van wetenschappers aan het Max Planck Institute for Human Development en de Technische Universität Dresden.

Er kunnen volgens de onderzoekers achter dat gedrag van de voormalige Oost-Duitse burgers verscheidene beweegredenen schuilgaan.

Bewuste keuze

“De Stasi ging buitengewoon ver om de burgers van de Duitse Democratische Republiek (DDR) te controleren”, zeggen de onderzoekers Ralph Hertwig en Dagmar Ellerbrock. “In talloze dossiers deden medewerkers en medewerkers van de Stasi uitvoerig verslag over het leven van zowel landgenoten als buitenlanders.”

“Na de val van het IJzeren Gordijn in 1989 werden de Stasi-dossiers in beslag genomen. Twee jaar later werden de archieven geopend. In de daaropvolgende drie decennia vroegen meer dan twee miljoen burgers inzage in hun dossiers. Maar toch heeft blijkbaar de meerderheid van de doelwitten geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om hun dossiers te lezen.”

“Indien alle burgers die een vermoeden koesterden dat de Stasi over hen een dossier had geopend, hadden gewenst de archieven te raadplegen, zouden er ongeveer vijf miljoen aanvragen moeten zijn geregistreerd. Het is dus een interessante vraag waarom zoveel mensen niet willen weten of ze werden bespioneerd of verraden.”

“We hebben hier te maken met het psychologische fenomeen van opzettelijke onwetendheid”, zeggen de wetenschappers. “Soms besluiten mensen bewust om potentieel belangrijke informatie te negeren. Dit betekent niet dat ze hun kop in het stand steken. Hun beslissingen kunnen door een brede waaier van overwegingen worden ingegeven.”

De beruchte Stasi-gevangenis van Hohenschönhausen in het voormalige Oost-Berlijn. Hier werden tegenstanders van het regime zonder enige vorm van proces opgesloten. – Foto: Michele Tantussi/Getty Images

Uit interviews met meer dan 160 mensen bleek dat 78,4 procent van de betrokkenen van mening was dat de informatie in de dossiers niet meer relevant was. Tevens opperden 58,2 procent te vrezen dat collega’s mogelijk als informant van de Stasi zouden hebben opgetreden.

Datzelfde vertelde 54,5 procent ook over vrienden of familie. Volgens 44 procent zou de informatie mogelijk hun vertrouwen in de medemens negatief kunnen beïnvloeden, terwijl 40 procent verwijst naar de bureaucratie die gepaard gaat met de aanvraag voor een inzage in het dossier.

Daarnaast stelden de onderzoekers vast dat 38,8 procent van de ondervraagden opwerpt toch al te weten wat er in hun dossier vermeld zou staan en 29,1 procent opperde dat de inhoud toch niet met de werkelijkheid zou stroken. 

Harmonie bewaren

Er zijn ook andere redenen om van een inzage af te zien. Daarbij merkte 38 procent op dat het verkeerd zou zijn om de Duitse Democratische Republiek uitsluitend in termen van de Stasi te bekijken. Bovendien besliste 22 procent om zijn dossier niet te lezen omdat ze zich als een overtuigd burger van de Duitse Democratische Republiek bestempelden. 

Verder gaf nog eens 22 procent aan geen inzage in zijn dossier te wensen omdat ze mensen kenden die achteraf hadden betreurd de informatie wel te hebben geraadpleegd. Daarnaast gaf 15 procent aan zijn dossier niet te hebben ingekeken omdat de meeste andere mensen in hun omgeving evenmin die archieven hadden doorbladerd.

“De interviews toonden aan dat mensen een grote prioriteit willen verlenen aan het behoud van hun sociale relaties en het bewaren van de harmonie tussen familie, vrienden en kennissen”, stippen de onderzoekers nog aan. “Daarom wordt vaak beslist om potentiële problemen uit de weg te gaan.”

“De opening van de Stasi-dossiers biedt echter een unieke gelegenheid om te onderzoeken op welke motivaties burgers beroep doen om niet meer naar het pijnlijke verleden van een ingestorte maatschappijvorm te moeten terugkijken”, werpen Hertwig en Ellerbrock op.

(jvdh)

Meer