Waarom de opkomst van AI fundamenteel anders is dan eerdere technologische revoluties

Kunstmatige intelligentie (AI) begint een steeds grotere rol te spelen in de wereld. Volgens sommige futuristen is de kans zelfs groot dat de technologie de mensheid uiteindelijk zal voorbijstreven. 

De wereld is in de ban van AI. De hype daarrond werd eind vorig jaar ontketend door ChatGPT, de chatbot van de Amerikaanse start-up OpenAI. De technologie lijkt nu klaar te staan om de wereld over te nemen. Grote bedrijven als Microsoft, Google en Baidu zetten dan ook volop in op generatieve AI, AI die nieuwe, originele content kan creëren.

Het lijkt er sinds december zelfs op dat er sprake is van een ‘iPhone-moment’, een moment waarop een nieuwe technologie de wereld onherkenbaar maakt. Voor de smartphonerevolutie de wereld veranderde, gebeurde dat ook al met de komst van het internet. Maar deze nieuwste technologische golf lijkt fundamenteel anders te zijn. 

De luddieten

De angst dat nieuwe technologieën jobs zullen doen verdwijnen, is niet nieuw. In het begin van de 19e eeuw was er al het luddisme, een sociale beweging in Engeland die zich tegen de industriële ontwikkelingen kantte. Luddieten, zoals de aanhangers genoemd werden, geloofden dat machines mensen weldra zouden vervangen, waarbij talloze jobs zouden sneuvelen.

Uiteindelijk bleek niets minder waar. De komst van machines zorgde niet voor massale werkloosheid. In de plaats ontstonden nieuwe jobs. Toch bleven veel mensen de voorbije eeuwen bang dat elke nieuwe innovatie, van de telefoon tot de auto, de wereld een stapje dichter bij het einde zou brengen. Tijdens de tweede helft van de 20e eeuw ontstond een angst voor computers, en vandaag de dag leeft bij veel mensen het idee dat smartphones van een hele generatie jongeren asociale zombies maken.

Nu generatieve AI een nieuwe revolutie lijkt te ontketenen, dreigt dus ook een nieuwe generatie luddieten te ontstaan. Er zijn nu al talloze artikelen geschreven over het gevaar van de technologie, en een groot aantal bedrijven, scholen en instanties proberen generatieve AI te weren. Zelfs Elon Musk, ironisch genoeg een van de oprichters van OpenAI, waarschuwt dat de technologie “een van de grootste gevaren voor de samenleving” is. 

Deze keer is het anders

Maar deze keer lijkt het gevaar dat AI meer jobs wegneemt dan toevoegt, reëler te zijn dan in het verleden. Tijdens een bevraging die werd uitgevoerd door marketingbureau Sortlist, liet 23 procent van de bevraagde werknemers in de software- en technologiesector weten zich zorgen te maken dat de technologie hun job zal vervangen. Die angsten lijken gegrond, want 26 procent van de werkgevers overweegt het personeelsbestand in te krimpen, volgens dezelfde bevraging.

De technologie valt dan ook niet te vergelijken met de pc- of smartphonerevoluties. Voor het eerst is software in staat om content te genereren die voordien door (vaak hoogopgeleide) mensen werd gemaakt. Dat GPT-4, de nieuwste versie van de technologie achter ChatGPT, nu ook ‘multimodaal’ zal worden, met andere woorden verschillende soorten media zal kunnen genereren, voorspelt voor veel werknemers weinig goeds.

in de nabije toekomst zullen ook op andere vlakken jobs verdwijnen. Denk aan jobs in magazijnen, die op sommige plaatsen al stilaan worden vervangen, of zelfrijdende auto’s die het werk van taxi- en vrachtwagenchauffeurs zullen overnemen. Toegegeven, de ontwikkeling van zelfrijdende wagens verloopt moeizamer dan aanvankelijk werd voorspeld, maar dat kan evengoed een neveneffect zijn van de ‘Gartner Hype Cycle’, afgebeeld in de grafiek hieronder. 

Nadat de technologie zich jarenlang in de ‘piek van opgeblazen verwachtingen’ bevond, zit die nu simpelweg in het ‘dal van ontgoocheling’. Het kan goed zijn dat de huidige uitdagingen die de technologie nog tegenhouden, de komende jaren stilaan zullen worden opgelost. 

Bovendien lijkt de voorspelling dat er simpelweg meer nieuwe jobs zullen ontstaan, zoals in het verleden gebeurde tijdens een nieuwe technologische golf, deze keer minder realistisch. Veel simpele, maar ook complexere jobs zullen worden ingevuld door de technologie, zeker naarmate die matuur wordt. En niet elke werknemer die daardoor de komende decennia zonder werk komt te zitten, kan simpelweg “leren coderen”. 

Dan hebben we het nog niet eens gehad over de ontwikkeling van Artificial General Intelligence (AGI), een AI die in staat is alles wat een mens doet, te evenaren. Hoewel de meningen verdeeld zijn over hoe ver de mensheid staat bij de ontwikkeling daarvan, lijken we stilaan toch die richting uit te gaan. 

Eenmaal AGI er is, zal de doos van Pandora helemaal geopend worden. Indien de mensheid immers in staat is om een intelligentie te creëren die alle menselijke activiteiten kan te evenaren, is er niets dat ons zal tegenhouden om duizenden of zelfs miljoenen AGI’s 24/7 te laten draaien om de grootste problemen in de wereld op te lossen.

Technologische singulariteit

Sterker nog, volgens veel futuristen zal AGI in staat zijn om zichzelf verder te verbeteren, waarna een zogenaamde “intelligentie-explosie” zal plaatsvinden. Het idee is dat, indien een mens iets intelligenter kan creëren als zichzelf, het logisch is dat die entiteit daar nog een schepje bovenop kan doen, waarna diens opvolger nog meer kan verwezenlijken, enzovoort. 

Dat zou zelfs kunnen leiden tot een ‘technologische singulariteit’, een punt waarop de vooruitgang zo snel gaat, dat mensen niet meer zullen kunnen begrijpen wat er aan de hand is. De mensheid zal in zo’n scenario slechts twee opties hebben: ofwel worden we compleet irrelevant en ondergeschikt aan een entiteit die evengoed een god kan zijn. Ofwel smelten we samen met de technologie, waardoor de mensheid zoals we die nu kennen, voor altijd zal verdwijnen. 

Dat laatste scenario lijkt misschien vergezocht, maar die hierboven genoemde neo-luddieten die klagen over jongeren die niet meer zonder smartphones kunnen, zeggen eigenlijk al hetzelfde. Mensen lijken steeds afhankelijker van hun technologie, en het feit dat bedrijven als Neuralink en Science werken aan hersen-computer-interfaces, zal daar in de niet zo verre toekomst een schepje bovenop doen. Het lijkt dan ook niet ondenkbaar dat ook mensen hun cognitieve capaciteit de komende decennia zullen upgraden, om bij te benen met de steeds sneller veranderende wereld.

(kg)

Meer