De technologische singulariteit is dichterbij dan we denken

Sommige futuristen beweren al decennialang dat de mensheid afstevent op een zogenaamde ‘technologische singulariteit’, een punt waarop de technologische vooruitgang zo snel vooruit gaat dat het menselijk brein niet meer kan begrijpen wat er aan de hand is. Hoewel hun voorspellingen volgens sommige critici te optimistisch waren, lijkt het er wel degelijk op dat we aan sneltempo richting dergelijke wereld bewegen. Mogelijk zijn wij zelfs een van de laatste generaties ‘normale’ mensen die ooit zullen rondlopen.

Het idee ontstond in de jaren 1980, toen de Amerikaanse wiskundige en sci-fi-schrijver Vernor Vinge voorspelde dat de technologische vooruitgang er binnen de 30 jaar voor zou zorgen dat de mensheid een bovenmenselijke intelligentie zou kunnen ontwikkelen. “Kort daarna zal het menselijke tijdperk beëindigd zijn”, schreef hij in zijn essay ‘Singularity’, gepubliceerd op 30 maart 1993. 

Het argument luidt als volgt: indien de mensheid in staat is om ooit een intelligentie te creëren die tot meer in staat is dan zichzelf, zal een zogezegde “intelligentie-explosie” plaatsvinden. Of het nu puur een AI is of een combinatie van het menselijk brein met cybernetische implantaten; het resultaat zal volgens Vinge hetzelfde zijn: een feedbackloop van een intelligentie die zichzelf steeds krachtiger maakt. Want, indien een mens iets intelligenters kan creëren dan zichzelf, is het logisch dat die nog intelligentere entiteit daar nog een schepje bovenop kan doen, waarna zijn opvolger nog meer kan verwezenlijken, enzovoort.

Intussen zijn net geen 30 jaar gepasseerd sinds ‘Singularity’ werd gepubliceerd. Van een bovenmenselijke intelligentie is tot nu toe (nog) geen sprake, laat staan van een intelligentie-explosie. AI-chatbots zoals ChatGPT mogen dan wel indrukwekkend zijn, van een echt artificieel redeneringsvermogen is tot nu toe nog niet veel van in huis gekomen.

Maar we zijn er niet zo heel ver vanaf.

Grenzen verlegd

Om te zien hoe dichtbij een singulariteit is, moeten we gewoon even kijken naar de hype rond de huidige AI-golf. Die begon eind november, toen ChatGPT voor het eerst werd losgelaten op de wereld. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ChatGPT en alle andere generatieve AI die intussen zijn opgedoken zelfs maar in de buurt komen van zelfbewustzijn. Een simpele logicavraag aan de chatbot legt op een pijnlijke manier bloot hoe beperkt de capaciteiten ervan zijn. 

Generatieve AI zoals ChatGPT, maar ook DALL-E en GitHub Copilot zijn wat we ‘narrow AI’ noemen, AI die in staat zijn om slechts één taak zeer goed uit te voeren. Om een technologische singulariteit te bekomen, is meer nodig, zeggen de meeste futurologen. Dat betekent een zogenaamde ‘artificial general intelligence’ (AGI), een AI die in staat is om elke intellectuele taak die een mens kan uitvoeren, te evenaren of te overtreffen. 

Maar de eerste stapjes in die richting werden al decennia geleden gezet. Een klassiek voorbeeld is het verhaal van ‘Deep Blue’, de supercomputer van IBM die in 1997 de toenmalige wereldkampioen in het schaken, Garry Kasparov, versloeg. Tot dat punt dachten de meeste mensen dat, om goed te kunnen schaken, een diepere intelligentie nodig was. Toch werd de mensheid van de troon gestoten, door een narrow AI die nog zeer rudimentair was. De winst van Deep Blue was zo opmerkelijk, dat Kasparov zelf ervan overtuigd was dat IBM had valsgespeeld. Hij beweerde dat de computer een intelligentie vertoonde die té menselijk was.

Na de winst van Deep Blue kwamen veel wetenschappers tot inkeer. Schaken zou toch geen speciale kenmerken van intelligentie vertonen. Het spel is immers zeer logisch opgebouwd, in tegenstelling tot zaken die de menselijke intelligentie verheffen boven die van een computer. Denk aan de creativiteit en het vermogen om abstract te denken. Die logica hield stand tegen een aantal andere overwinningen voor narrow AI, zoals toen IBMs Watson het spel ‘Jeopardy!’ won in 2011. Of toen AlphaGo de wereldkampioen Go versloeg in 2016. 

Maar nu generatieve AI begint door te breken, moet de grens opnieuw worden verlegd.

Creatieve AI

ChatGPT werd immers deels beroemd door zijn ogenschijnlijke creativiteit. Hoewel het programma werkt door content te genereren gebaseerd op een gigantische database van al bestaande content en dus niet in staat is om abstract te denken, kan niet hetzelfde worden gezegd over zijn ‘creativiteit’. 

De tool is immers in staat om copy te schrijven, scenario’s te bedenken voor films, marketingplannen te maken, teksten op te fleuren en een quasi oneindige hoeveelheid andere zaken die lang enkel door creatievelingen konden worden uitgevoerd. Ook andere generatieve AI zoals DALL-E zijn in staat om kunstwerken te genereren die enkel gelimiteerd zijn door de abstracte ideeën van de mensen die de opdrachten ingeven.

Hoewel kan worden beargumenteerd dat het niet om “echte” creativiteit gaat, lijkt de kans groot dat de grens tussen de menselijke en de machinale creativiteit steeds vager zal worden naarmate generatieve AI matuur wordt, net zoals Deep Blue slechts de eerste impuls gaf om anders na te denken over de aard van rauwe intelligentie. 

Stroomversnelling

En hoewel het redeneervermogen van mensen momenteel nog ongeëvenaard is, kan het best zijn dat ook dat uiteindelijk zal worden benaderd door een AI. De voorbije decennia sneuvelde immers al de logica en nu begint ook de creativiteit eraan te geloven. Er is geen enkele reden om te denken dat de vooruitgang hier zal stoppen. 

Integendeel: die lijkt juist in een stroomversnelling terecht te komen. De voorbije dertig jaar werd de wereld al meermaals grondig op zijn kop gezet, eerst door de opkomst van de personal computer, daarna door de smartphone. De derde golf, die van de generatieve AI, is nu volop aan de gang. ChatGPT wordt niet voor niets een “iPhone-moment” genoemd. 

Nu is het afwachten naar de vierde golf. De kans is groot dat die nog meer impact zal hebben, ten minste als we ons mogen baseren op de trends van de voorbije decennia. Hoe die er zal uitzien, valt nog moeilijk te voorspellen. Maar wat wél gezegd kan worden, is dat technologie een steeds grotere rol zal spelen.

Wat in de toekomst zal gebeuren, kunnen we natuurlijk nog niet zeggen. Sommige futurologen denken dat AI de mensheid weldra zodanig zal overtreffen, dat we in feite een “god” zullen schapen. Anderen denken dan weer dat het onmogelijk is en dat de menselijke intelligentie iets unieks is en niet te overtreffen valt. Hoe dan ook leven we in spannende tijden.

(nd)

Meer