De Berlijnse Muur is weliswaar al drie decennia verdwenen, maar toch blijven er in Duitsland tussen het oosten en het westen van het land nog altijd aanzienlijke verschillen bestaan. Dat blijkt ook uit een recent rapport van het Duitse Statistisches Bundesamt over de regionale salarisniveaus. De studie toont dat het gemiddelde loon van een arbeidskracht in West-Duitsland nog altijd 40 procent hoger ligt dan de vergoedingen van een collega uit het voormalige Oost-Duitsland.
De onderzoekers stelden vast dat werknemers in de westelijke regio’s van Duitsland vorig jaar een maandloon van gemiddeld 3.994 euro ontvingen. In de oostelijke gebieden dalen die inkomsten tot 3.150 euro.
Mecklenburg-Vorpommern
“Wanneer men naar de gemiddelde brutolonen kijkt, komen de verschillen nog veel duidelijker naar voor,” zegt het rapport. “In de regio’s die tot de vroegere Deutsche Demokratische Republik (DDR) behoorden, blijft dat salaris onder de grens van de 19 euro. In het gebied van de voormalige Bundesrepublik Deutschland (BRD) liggen de brutolonen boven die grens.”
De regio Hamburg laat een gemiddeld uurloon van 24,13 euro optekenen, tegenover 17,16 euro in Mecklenburg-Vorpommern. Dat is een verschil van meer dan 40 procent.
Ook in de lengte van de gemiddelde werkweek zijn er duidelijke verschillen. In het westen van Duitsland werken de arbeidsbevolking gemiddeld 35,6 uur per week. In het vroegere Oost-Duitsland loopt dat echter op tot 36,6 uur.
De deelstaat Sachsen-Anhalt, de regio rond Maagdenburg, heeft de langste werkweek van het hele land. Daar moeten de werknemers gemiddeld 37 uren per week presteren. Aan het andere eind van het spectrum bevindt zich Bremen. Daar is de gemiddelde werkweek inmiddels ingekort tot 34,7 uur.
Productiviteit
Volgens sommige economen zijn er verschillende factoren om die kloof te verklaren. Zij wijzen er onder meer op dat het oosten van het land nog altijd minder productief is dan het westen. “Bij de Duitse eenmaking bleek dat het oosten op het gebied van productiviteit tegenover het westen slechts een niveau van 40 procent haalde,” benadrukken zij.
“Oost-Duitsland kon dat niveau weliswaar snel tot ongeveer 80 procent opvoeren, maar sinds het einde van de voorbije eeuw is die groei duidelijk gestagneerd. Ook nu bereikt geen enkele Oost-Duitse deelstaat het niveau van het Saarland, de minst productieve regio van West-Duitsland.”
Het probleem wordt vaak toegeschreven aan het ontbreken van grote industriële concerns. In het westen zorgen deze groepen voor een grote waardecreatie. Die marges zouden de kleinere bedrijven in het oosten onmogelijk kunnen evenaren.
Het Duitse Instituts für Wirtschaftsforschung (IW) kan zich met die stellingen echter niet akkoord verklaren. “Ook wanneer de omvang van de bedrijven in rekening wordt gebracht, blijkt dat het oosten nog altijd minstens 20 procent minder productief is dan het westen,” zegt Reint Gropp, hoofd van het Instituts für Wirtschaftsforschung in Halle.
“De nieuwe tewerkstelling is vooral in de dienstensector gecreëerd,” betoogt Gropp. “Daarin staat het westen van Duitsland duidelijk veel verder dan de oostelijke regio’s. Dat is ook de verklaring waarom de kloof tussen west en oost vooral in de steden oploopt. Op het platteland creëert de dienstensector slechts weinig werkgelegenheid.”