Een vat ruwe olie van de Amerikaanse standaard West Texas Intermediate (WTI) ging maandagavond voor het eerst in de geschiedenis onder nul.

Het coronavirus blijft hard toeslaan in de oliesector. De prijs van het zwarte goud daalde de voorbije weken al stevig en ging vorige week voor het eerst in 22 jaar onder 20 dollar. Intussen is een vat -37 dollar waard, op de WTI, tenminste. Dat is een daling van meer dan 300 procent in 1 dag.

Het gaat wel om een erg specifiek futurecontract voor mei dat dinsdagavond afloopt. Met andere woorden: wie na het einde van de handel vanavond nog met dat futurecontract in handen zit, is verplicht om in mei de fysieke vaten olie af te nemen. Geen evidentie, nu er nauwelijks nog opslagmogelijkheden zijn door het recente overaanbod.

Dat geldt des te harder voor de Amerikaanse olie, die op het land wordt gewonnen wat de opslagmogelijkheden aanzienlijk beperkt. De Brent-olie, het standaardcontract voor de Europese markt, is een op zee gewonnen olie, die makkelijker kan gestockeerd worden in grote tankers op zee. Dat verklaart waarom die Brent maandag rond de 21 dollar zweeft. Al gaat het ook hier om een verlies van meer dan 15 procent.

Vallende vraag

De coronacrisis, die veel bedrijven noodgedwongen de deuren heeft laten sluiten, heeft tot een serieuze daling van de vraag geleid. En omdat olieproducenten niet meteen kunnen stoppen met olie oppompen, zitten zij nu met een gigantisch overschot. De opslagplaatsen aan land zijn zelfs op, waardoor ze hun toevlucht moeten nemen tot tankers op zee.

En dat zet dus een druk op de prijs. Net daarom sloten de olieproducerende landen een deal om de productie te verminderen. Alle landen samen pompen nu 10 miljoen vaten minder per dag op. Dat moet de prijs weer opdrijven.

Maar gezien er nog steeds een groot overschot aan olie is en er geen vraag naar is, zal dat nog niet voor meteen zijn. Experten verwachtten de komende tijd nog een hoop prijsdalingen.

Dit staat er te gebeuren nu de olieprijs onder nul is gedoken.