De Amerikaanse vliegtuigbouwer Boeing sluit niet uit in de toekomst op een ander motor-ontwerp te zullen overstappen. Dat heeft Mike Sinnett, vice-president productontwikkeling bij de Amerikaanse constructeur, gezegd tijdens een briefing over een aantal realisaties van de ecoDemonstrator, waarmee Boeing potentieel duurzame technologieën evalueert.
Sinnett wees daarbij naar het ontwerp ‘Revolutionary Innovation for Sustainable Engines’ (Rise) dat CFM International, een joint venture van het Amerikaanse concern General Electric en het Franse bedrijf Safran, vorig jaar heeft voorgesteld.
Open rotor
Rise werkt met een design waarbij de rotorbladen van de motor niet langer in een behuizing zijn ingepakt, maar duidelijk zichtbaar zijn, enigszins vergelijkbaar met de propellers van de oude vliegtuigmotoren.
Volgens CFM International kan het Rise-design het brandstofverbruik van de motor met 20 procent doen dalen. Ook de uitstoot van broeikasgassen zou volgens de ontwikkelaars met 20 procent kunnen worden verminderd.
Boeing heeft over een mogelijke interesse in het Rise-concept nog geen enkele officiële uitspraak gedaan. “Maar elk middel dat ons kan helpen de milieuprestaties van de vliegtuigen te verbeteren, zijn het waard om van naderbij te worden bekeken”, stipte Mike Sinnett aan.
“Er zijn aan het Rise-ontwerp duidelijk een aantal bijzonder interessante aspecten verbonden. Het is dan ook onmogelijk te beweren dat Boeing in zijn vliegtuigen nooit een motor met een open rotor zal inbouwen.”
Het motordesign wordt in de luchtvaart en ruimtevaart bestempeld als een van de meest cruciale sectoren waar de industrie zich verder kan ontwikkelen. “Opgemerkt wordt dat dergelijke ontwerpkeuzes de volgende dertig tot veertig jaar zullen bepalen op welke manier de sector verder zou kunnen evolueren”, voert het persbureau Reuters aan.
Efficiëntie
Het Rise-design dat vorig jaar door CFM International werd voorgesteld, wordt gepositioneerd als een mogelijke opvolger van het concept ‘Leading Edge Aviation Propulsion’ (Leap) dat onder meer door de Boeing 737 Max en een aantal varianten van de Airbus A320neo wordt gebruikt.
Vooropgesteld wordt dat het Rise-design tegen het midden van volgend decennium zijn debuut in de luchtvaart zou kunnen maken. Daarbij zou gebruik gemaakt kunnen worden van een hybride elektrische aandrijving. De brandstof zou voor 100 procent uit duurzame bestanddelen bestaan. Ook waterstof zou mogelijk kunnen worden gebruikt.
General Electric en Safran werkten in het midden van de jaren tachtig van de voorbije eeuw al aan hun eerste vliegtuigmotor met een open rotor (GE36). Ter gelegenheid van het Europese project Clean Sky stelden Safran en Avio Aero ook al een motordesign met een open rotor voor.
“Het concept van de open rotor valt op door de afwezigheid van een behuizing”, verduidelijkt Travis Harper, productmanager van het Rise-programma bij General Electric, het ontwerp. “Deze technologie kan een belangrijke bijdrage leveren om de voortstuwings-efficiëntie aanzienlijk te verbeteren. Dit is cruciaal om een vermindering van het brandstofverbruik en de emissies te kunnen garanderen.”
De rotorbladen zouden uit een speciale koolstofvezels worden vervaardigd. Daardoor zou het mogelijk worden om rotors met een diameter tot 13 voet te bouwen, waardoor de voortstuwings-efficiëntie nog verder zou worden geoptimaliseerd.
