De inkomsten van de luchtvaartmaatschappijen zijn steeds meer gebaseerd op bijkomende diensten. Het aandeel van de ticketverkoop in de totale omzet krimpt dan ook steeds verder in. Dat blijkt uit een studie van consulent IdeaWorksCompany en autoverhuurder CarTrawler bij 175 luchtvaartmaatschappijen. De bijkomende diensten zouden de maatschappijen dit jaar 92,9 miljard dollar opleveren, tegenover 22,6 miljard dollar aan het begin van dit decennium.
De inkomsten uit deze randactiviteiten stijgen vier keer sneller dan de groei van het luchtverkeer. Deze activiteiten vormen voor de maatschappijen dan ook een middel om de dalende ticketprijzen te compenseren.
Bagage
De bijkomende diensten leveren volgens de studie gemiddeld 21,30 dollar per reiziger op. Het grootste deel van die inkomsten is afkomstig van de bagagekosten, zoals het inchecken en compensaties voor overgewicht, die ongeveer 60 procent van de totale omzet aan randactiviteiten vertegenwoordigen.
Een aantal andere gepersonaliseerde diensten – zoals de keuze van de zitplaats, aanvragen voor een zetel met een grotere beenruimte of extra voeding en drank – hebben hierin inmiddels echter ook een aandeel van 20 procent. Daarnaast zijn er nog inkomsten aan bijkomende activiteiten die op de websites van de maatschappijen – zoals hotelboekingen, autoverhuur of verzekeringen – worden aangeboden.
Er zijn ook nog inkomsten uit airmiles, waarbij reizigers ervoor kiezen om een som te betalen voor de resterende punten die hen nog van een gratis ticket scheiden.
Budgetvliegers
“Weliswaar proberen alle luchtvaartmaatschappijen inkomsten te genereren uit aanvullende activiteiten, maar het systeem wordt vooral door budgetmaatschappijen toegepast,” zeggen de onderzoekers. “In die sector vertegenwoordigen deze diensten gemiddeld 15 procent van de totale inkomsten, tegenover een gemiddelde van 6,7 procent bij de traditionele maatschappijen.”
“Bij een aantal partijen kan dat aandeel zelfs tot meer dan 30 procent oplopen. Dat geldt onder meer voor Ryanair, Wizz Air, Volotea en Wow Air in Europa, Allegiant en Spirit in de Verenigde Staten en Pegasus en Scoot in Azië.”
Gemiddeld bedragen de bijkomende inkomsten 10,7 procent van de totale omzet van de luchtvaartmaatschappijen, tegenover 4,8 procent in het begin van dit decennium. Indien geen rekening wordt gehouden met de frequent flyers daalt het aandeel van de aanvullende inkomsten op tot 7,4 procent.