In geen enkele Europese stad lopen de gezondheidskosten van de luchtverontreiniging door het autoverkeer hoger op dan in Londen. Dat blijkt uit een onderzoek van de studiebureaus CE Delft en Eurostat naar de maatschappelijke kosten van de emissies van het autoverkeer in 432 steden in dertig verschillende landen.
Het onderzoek had betrekking op de lidstaten van de Europese Unie plus het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zwitserland.
Welzijn
De onderzoekers merken op dat luchtvervuiling een negatieve impact heeft op het openbaar welzijn. Daarbij wordt gewezen op vroegtijdige overlijdens, ziekenhuisopnames, verloren werkdagen en andere gezondheidskosten die door het autoverkeer – oorzaak van de uitstoot van fijnstof, ozon en stikstofdioxide – worden veroorzaakt. Met luchtverontreiniging binnenshuis werd geen rekening gehouden.
‘De 130 miljoen inwoners van de betrokken steden worden door het probleem met een gezamenlijke schade van 150 miljard pond geconfronteerd,’ werpen de onderzoekers op. ‘De gemiddelde last per stad bedraagt 349 miljoen pond. Overlijdens door luchtvervuiling hebben in die kost een aandeel van 76 procent. Het saldo is aan ziektes gekoppeld.’
De onderzoekers wijzen er wel op dat de uiteindelijke kost wellicht is onderschat. Er moet volgens hen immers worden gevreesd dat verschillende steden hun vervuilingsniveau proberen te minimaliseren.
Dieselvoertuigen behoren tot de belangrijkste oorzaken van de schade. ‘Veel wagens blijken de Europese limieten voor de uitstoot te overschrijden,’ zeggen de onderzoekers nog. ‘Oudere dieselmodellen zijn grotere vervuilers dan de rest van de vloot. Zij vertegenwoordigen echter het grootste deel van het Europese wagenpark.’
De uitstoot van de autovloot is volgens de studie in heel Europa jaarlijks verantwoordelijk voor bijna 500.000 vroegtijdige sterfgevallen. Fijnstof zou in die impact een aandeel hebben van gemiddeld 82,5 procent, gevolgd door stikstofdioxide (15 procent) en ozon (2,5 procent).
Londen voert met een jaarlijkse schade van 10,32 miljard pond de ranglijst aan. Boekarest staat op de tweede plaats met 5,75 miljard pond schade, gevolgd door Berlijn (4,75 miljard pond), Warschau (3,83 miljard pond), Rome (3,76 miljard pond) en Parijs (3,18 miljard pond).
Armere steden
De grootte van de stad, gecombineerd met het vervuilingsniveau, is in de totale kost een belangrijke factor. De kosten per hoofd van de bevolking kennen anderzijds sterke verschillen.
Gemiddeld kost de vervuiling een Europese stadsbewoner 1.156 pond per jaar. Dat vertegenwoordigt 3,9 procent van het gemiddelde Europese gezinsinkomen. In armere steden lijkt dat aandeel nog hoger op te lopen. In Midden-Europa en Oost-Europa, waar lagere lonen worden betaald, kan die kost tot meer dan 10 procent van het gezinsinkomen stijgen.
De onderzoekers merken nog op dat het vervoersbeleid op de verontreiniging een belangrijke impact kan hebben. ‘Wanneer de duur van de verplaatsing naar het werk met 1 procent oploopt, dreigt de schade door fijnstof met 0,29 procent te stijgen,’ zeggen de onderzoekers nog. ‘De schade voor stikstofdioxide zou tegelijkertijd met 0,54 procent toenemen.’
De onderzoekers merken nog op dat de overschakeling naar elektrische wagens een gunstige impact op de luchtkwaliteit zal hebben. ‘Toch zal de uitstoot niet volledig verdwijnen,’ waarschuwen ze. ‘Ook elektrische auto’s produceren door de slijtage van banden en remmen nog altijd aanzienlijke hoeveelheden fijnstof.’