Nederlandse boeren hebben een productief jaar achter de rug. In 2022 hebben ze voor in totaal 122,3 miljard euro aan landbouwgoederen uitgevoerd, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De essentie: De exportcijfers betekenen een toename van ruim 17 procent in vergelijking met 2021 en is vooral toe te schrijven aan de hogere exportprijzen van landbouwproducten.
- Die hogere prijzen waren voornamelijk het gevolg van de duurdere veevoergrondstoffen, kunstmest en hogere energieprijzen. Die werden door boeren, tuinders en voedingsfabrikanten, voor zover mogelijk, doorberekend in de prijzen, aldus de Wageningen University & Research en het CBS op basis van gezamenlijk onderzoek in opdracht van het Nederlandse ministerie van Landbouw.
- En ook de vogelgriep speelde mee, waardoor in Nederland ruim 6 miljoen kippen moesten worden geruimd.
- De Nederlandse economie zou naar schatting zo’n 49 miljard euro hebben verdiend aan de export van landbouwgoederen. Het grootste gedeelte daarvan, bijna 45 miljard, is verdiend aan producten die zijn geproduceerd in Nederland. Zo’n 4 miljard is het resultaat van de wederuitvoer van landbouwgoederen, geproduceerd buiten het land.
- Vooral Nederlandse melk en eieren waren in trek. Duitsland bleek de grootste afnemer van Nederlandse producten. Ruim een kwart van alle geëxporteerde goederen ging vorig jaar naar het land. Op de tweede plaats staat België, gevolgd door Frankrijk, het VK en Italië.
Maar wat betekent dat voor de Nederlandse boer?
Gestegen productiekosten: De vraag is echter of de Nederlandse boer hier wel als winnaar uit de bus komt. De hogere exportcijfers zijn het gevolg van de gestegen productiekosten die werden doorgerekend. De winstmarges van boeren zijn grotendeels onveranderd gebleven.
- Dat zegt ook de Nederlandse landbouworganisatie LTO aan de NOS. “Onze boeren en tuinders dragen met hun hoogwaardige producten flink bij aan de Nederlandse economie: een mooi resultaat. Helaas staat ondanks de hogere exportprijzen van landbouwproducten het verdienvermogen nog steeds zwaar onder druk”, zegt LTO-voorzitter Sjaak van der Tak tegen de Nederlandse omroep.
- Volgens Van der Tak kunnen kostenstijgingen ook lang niet altijd worden doorberekend. “Richting de toekomst blijven wij ons inzetten om hogere prijzen, bijvoorbeeld voor het nemen van duurzaamheidsmaatregelen, daadwerkelijk op het boerenerf te laten landen.”
Kunstmest en energie
Achtergrond: De gestegen productiekosten voor landbouwproducten hebben meerdere oorzaken.
- Zo woedt de wrede oorlog in Oekraïne nog altijd door. Het gevolg daarvan is dat de uitvoer van meststoffen ernstig verstoord is geraakt, met als resultaat hogere voedselprijzen.
- Vorige week meldden onderzoekers van de Universiteit Edinburgh dat de sterk gestegen kosten van meststoffen de voedselproductie op de lange termijn zullen schaden. Onderzoeker Peter Alexander zei dat als gevolg van een tekort aan meststoffen het landbouwareaal flink vergroot zal moeten worden, om aan de wereldwijde vraag naar voedsel te kunnen blijven voldoen.
- “Dit zou ernstige gevolgen hebben voor de ontbossing, de biodiversiteit en de koolstofuitstoot”, aldus Alexander. “Dit zou het einde kunnen betekenen van een wereldomspannend landbouwmodel, met als gevolg het verdwijnen van goedkoop voedsel”.
- “Hoewel de meststofprijzen dalen na de pieken van eerder dit jaar, blijven ze hoog en dit kan nog steeds leiden tot een aanhoudend hoge voedselprijsinflatie in 2023”, zegt de onderzoeker.
- Ook is Rusland een belangrijke producent van potas en fosfaat, cruciale ingrediënten van meststoffen. Het land verminderde de export van dergelijke producten, wat leidde tot hogere prijzen op de wereldmarkt.
- Daarnaast zijn de energieprijzen afgelopen jaar flink gestegen. “De Europese voedselketen is hard geraakt door onbetaalbare energieprijzen als gevolg van de oorlog in Oekraïne”, aldus de LTO in een persbericht. Volgens de landbouworganisatie hadden boeren te maken met “excessieve kostenstijgingen”, die lang niet altijd doorberekend kunnen worden.
(evb)