Werkgevers kunnen nog tot december een koopkrachtpremie toekennen. Sociaal verzekeringsfonds Acerta deed een onderzoek over de populariteit van de premie. Ellen Van Grunderbeek, juridisch expert bij Acerta, legt uit wat de koopkrachtpremie precies is en hoe je het toekent.
Beluister hier het volledige gesprek met Ellen Van Grunderbeek:
De essentie: Werknemers kunnen tot maximaal 750 euro netto toegekend krijgen met de koopkrachtpremie. Dat hangt af van de winst dat een bedrijf maakte. Al 1 op 170 werknemers kreeg een premie.
- Van Grunderbeek: “De koopkrachtpremie is in het leven is geroepen om werknemers een netto extraatje te kunnen geven in deze tweejaarlijkse periode, waarbij ook een loonnorm van 0 procent is afgesproken. Dus werkgevers kunnen geen verhogingen voorzien, maar via de koopkrachtpremie kan de werknemer tot maximaal 750 euro netto extra toegekend krijgen.”
- “De koopkrachtpremie kan deel uitmaken van het sectoraal overleg binnen de paritaire comités en de sociale partners. Die kunnen beslissen om op sectorniveau een koopkrachtpremie te voorzien. Alle werkgevers die ressorteren onder het paritaire comité zijn dan in principe verplicht om de modaliteiten van de koopkrachtpremie op sectorvlak te volgen.”
- “Als de sector niet voorziet, dan kan de onderneming ook op eigen houtje het initiatief nemen om de koopkrachtpremie aan de eigen werknemers toe te kennen.”
Wanneer kan de koopkrachtpremie worden toegekend?
De koopkrachtpremie kan toegekend worden bij hoge of uitzonderlijk hoge winsten. Van Grunderbeek legt uit wanneer dit het geval is:
- “Als er een sectoraal kader wordt uitgewerkt, dan gaat de sector moeten definiëren wat hoge en uitzonderlijk hoge winst is. Dat gebeurt heel vaak aan de hand van boekhoudkundige resultaten. Dan gaan bedrijven samen met de boekhouder moeten kijken of ze daaraan beantwoorden.”
- “Als ondernemingen op eigen houtje een systeem gaan uitwerken, dan moeten ze goede resultaten tijdens de crisis kunnen aantonen. Dat is niet gedefinieerd in tijd. Men moet verantwoording toevoegen over wat die goede resultaten dan zijn. Het hoeft niet per se een hoge of een uitzonderlijk hoge winst te zijn.”
Groot effect van de scheikundesector
- “De premie is onderworpen aan een bijzondere bijdrage die moet worden betaald door de werkgever. Die bijdrage is bepaald op 16,5 procent. Maar er is geen werknemers-RSZ en geen bedrijfsvoorheffing op verschuldigd.”
- “0,39 procent van de bedrijven heeft de koopkrachtpremie toegekend. Er is een groot effect van de scheikundesector, die tegen 30 september al het nodige moest doen om de werknemers de koopkrachtpremie toe te kennen. Op ondernemingsvlak zijn bedrijven ook de premie aan het toekennen. 1 op 170 werknemers heeft het extraatje al toegekend gekregen”, weet Van Grunderbeek uit het onderzoek van Acerta.