De G7-landen onderzoeken of ze een prijsplafond voor Russische olie en gas kunnen introduceren. De grote industrielanden willen er op die manier voor zorgen dat Rusland minder verdient aan de verkoop van fossiele brandstoffen. “Maar zo’n plafond kan ook funeste gevolgen hebben, zoals fors hogere olieprijzen”, waarschuwt de Amerikaanse bank JPMorgan.

Door de oorlog in Oekraïne zwieren de olieprijzen de pan uit. De westerse landen proberen daarom de afhankelijkheid van Russische olie af te bouwen. De Europese Unie wil bijvoorbeeld tegen het einde van dit jaar 90 procent van de Russische olie-import weren. Ondanks de verschillende sancties tegen Rusland, verdient Moskou nog heel wat geld aan de verkoop van het zwarte goud. Daarom onderzoeken de G7-landen of ze een prijsplafond voor Russische olie en gas kunnen introduceren.

Forse prijsstijging olie

JPMorgan waarschuwt dat dergelijke maatregelen de olieprijs fors de hoogte kunnen injagen. Rusland zou namelijk kunnen reageren met een verlaging van de olieproductie. “Zo kan het land beslissen om de productie te verkleinen met 5 miljoen vaten per dag. Het land kan zo’n ingreep doen zonder zijn eigen economie veel pijn te doen”, merkt Natasha Kaneva, analist bij JPMorgan, op in een nota, waarover Business Insider bericht. De Amerikaanse bank sluit in dat geval een stijging van de olieprijs met 240 procent tot 380 dollar per vat niet uit.

Rusland heeft al aangetoond dat het er niet voor terugdeinst om te reageren op de westerse sancties. Zo heeft de Russische Federatie de gasleveringen aan verschillende Europese landen, waaronder onze buurlanden Frankrijk, Duitsland en Nederland, volledig of gedeeltelijk opgeschort.

Onzekere vooruitzichten

Volgens JPMorgan zijn de vooruitzichten onzeker. “Het is waarschijnlijker dat Rusland beslist om de productie met 3 miljoen vaten per dag te verlagen. Dat zou de prijs per vat doen oplopen tot 190 dollar”, klinkt het. In mei bedroeg de productie iets meer dan 10 miljoen vaten per dag, volgens het Moskouse financiële dagblad Vedomosti.

De Amerikaanse bank schuift nog een alternatief scenario naar voren waarbij Rusland zijn olie tegen lagere prijzen aan China zou verkopen en andere producenten zouden bijspringen om eventuele productietekorten op te vullen. In dat geval zou de olieprijs stabiliseren rond het huidige prijsniveau.

De prijs voor een vat Brent-olie, de referentieprijs voor olie in onze contreien, schommelt vandaag rond de 113 dollar. Een vat Amerikaanse WTI-olie gaat dan weer over de toonbank voor zo’n 109 dollar.

Opmerkelijk: volgens Citigroup kan de olieprijs dit jaar dalen naar 65 dollar bij een zware recessie. Een verdere daling naar 45 dollar in 2023 wordt in dat geval niet uitgesloten.

(as)