De Japanse economie kromp met 7,8 procent in het tweede kwartaal, tussen april en juni. Nooit eerder werd zo’n economische terugval opgemeten in het land. 

Dat is het equivalent van een daling van het bbp van 27,8 procent op jaarbasis. Bovendien ging het om een derde opeenvolgende kwartaalkrimp, wat betekent dat Japan in het eerste kwartaal van dit jaar al officieel in een recessie zat. 

Vooruitgang tenietgedaan

De omvang van de op twee na grootste economie ter wereld is nu weer gedaald tot op het niveau van 2011. Dat betekent dat de voordelen van premier Shinzo Abe’s ‘Abenomics’-stimuleringsbeleid teniet zijn gedaan. Die hervormingen moesten de inflatie stimuleren om duurzame groei te bekomen. Aanvankelijk was het beleid succesvol, maar dat werd nu volledig gefnuikt door corona.

Hoewel de terugval minder steil is dan in de VS ( – 9,5 procent) of in het VK (-20,4 procent), snijdt het coronames in Japan een pak dieper dan bij Aziatische tegenhangers zoals Zuid-Korea of China. 

De pandemie trof vooral de consumptie en de export hard, met dalingen van respectievelijk  8,2 procent en 18,5 procent tegenover het kwartaal ervoor. 

In mei waren er zeer lichte tekenen van een remonte, maar analisten verwachten dat het herstel inzet huidige kwartaal bescheiden zal zijn. Een heropleving van het aantal besmettingen houdt namelijk de geldbeurs van de Japanners momenteel gesloten. 

De Japanse economie sputterde al toen de virusuitbraak eind vorig jaar in China de kop opstak. Het structurele probleem van de derde grootste economie ter wereld is de intense vergrijzing.