Iter loopt door coronacrisis tijdelijke vertraging op; uiteindelijke deadline niet in het gedrang

De Internationale Thermonucleaire Experimentele Reactor (Iter) die momenteel in Cadarache, in het zuiden van Frankrijk, in aanbouw is, zal door de impact van de coronapandemie met vertragingen en kostenoverschrijdingen rekening moeten houden. Dat heeft Bernard Bigot, directeur van Iter, bevestigd.

“Toen het project zes jaar geleden werd gelanceerd, werd voorzien om midden dit decennium het eerste plasma te kunnen aanmaken”, benadrukte Bigot. “Nog eens tien jaar later zou van een volledige kernfusie gewag kunnen worden gemaakt. Tot twee jaar geleden lagen we op schema om die deadlines te halen, maar sindsdien werd de wereld helaas door de coronapandemie getroffen.”

Technisch niet meer haalbaar

“De uitbraak van het coronavirus heeft ook voor Iter aanzienlijke gevolgen gehad”, betoogde Bigot. “Diverse fabrieken die onderdelen moesten leveren, werden immers tijdelijk stilgelegd. Schepen die vanuit Zuid-Korea bestanddelen moesten aanvoeren, bleken daarvoor plots een reis van negentig dagen nodig te hebben. Dat was twee keer langer dan het gemiddelde tijdsbestek dat voordien was opgetekend.”

“De voorbije vijf jaar kon maandelijks gemiddeld bijna 0,7 procent van de totale bouwwerken worden uitgevoerd”, verduidelijkt Bigot nog. “Vorig jaar kon echter slechts een gemiddelde van 0,35 procent worden gemeld.”

“Het is dus duidelijk dat de productie van het eerste plasma tegen het midden van dit decennium technisch niet langer haalbaar is. Door de vertraging zullen bovendien waarschijnlijk ook budgetoverschrijdingen moeten worden geboekt. Een aantal lopende kosten kan immers niet worden geëlimineerd.”

Ondanks de vertragingen zal Iter volgens Bigot er toch in lukken de uiteindelijke doelstelling – een volledige kernfusie tegen het midden van het volgende decennium – te halen.

Veilig en duurzaam

Iter is een internationaal project dat wordt gefinancierd door vijfendertig landen. Naast de Europese Unie zijn ook het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, China, India, Japan, Zuid-Korea, Rusland en de Verenigde Staten bij het project betrokken.

Iter moet een proefinstallatie worden die de haalbaarheid van kernfusie als een duurzame en veilige bron van energieproductie op commerciële schaal kan aantonen. “Fusie levert zuivere en betrouwbare energie, zonder uitstoot van koolstofdioxide”, luidt het. De Europese Unie financiert 45 procent van de totale kosten.

Het project bereikte eerder deze maand een mijlpaal toen de eerste module van de grootste en krachtigste magneet ter wereld – de Central Solenoid – op de bouwplaats in Cadarache werd afgeleverd.

Iter wordt wel op de korrel genomen omdat de kosten blijven oplopen. Oorspronkelijk werd rekening gehouden met een budget van 5 miljard euro. Inmiddels is er echter sprake van een investering van ongeveer 15 miljard euro.

(jvdh)

Meer