Italiaanse regering wordt rebels: premier Draghi heeft ander postje op het oog

De tijd lijkt bijna om te zijn voor Mario Draghi als premier van Italië. Dat menen verschillende hooggeplaatsten in de Italiaanse politiek. Draghi leverde uitstekend werk in de pandemie en legde de grondwerken voor de heropbouw van de economie, maar lijkt nu te moeten inbinden. Allemaal geen erg: de premier aast al langer op het Italiaans presidentschap.

Mario Draghi staat sinds 13 februari vorig jaar aan het hoofd van de Italiaanse regering, nadat de liberale partij Italia Viva het vertrouwen opzegde in de vorige regering, onder leiding van Giuseppe Conte. Op dat vlak werkt de Italiaanse politiek een tikkeltje anders dan hoe wij het hier kennen.

Alle kleuren van de regenboog

De premier wordt aangeduid door de president en stelt vervolgens de ministerraad (de regering) samen. Die regering heeft echter geen specifieke ambtstermijn zoals in België (4 jaar). Een Italiaanse regering stapt op als het zelf haar ontslag aanbiedt, of als het parlement haar vertrouwen in de regering terug intrekt.

Draghi stelde een regering samen van 24 ministers: 9 van hen waren partijonafhankelijk, de andere posities werden verdeeld onder zes partijen. Die brede steun was nodig tijdens de beheersing van de pandemie, als belangrijke beslissingen moeten worden gemaakt over de gezondheid en privacy van de burgers. In andere dossiers, zoals de economische relance, blijkt deze mengelmoes aan partijen heel wat minder efficiënt.

Momenteel gooit Draghi zijn jarenlange ervaring in de politiek, maar ook als hoofd van de Europese Centrale Bank, in de strijd om het geroezemoes stil te houden, maar dit lukt niet eeuwig. Zeker met de nakende algemene verkiezingen in 2023 roepen steeds meer partijen om hervormingen. Lees: een nieuwe regering.

Het beste voorbeeld van dat geroezemoes is de beslissing om vaccinatie tegen Covid-19 verplicht te maken voor 50-plussers: de Lega, onder leiding van Matteo Salvini, wou enkel akkoord gaan als het over 60-plussers ging; de Democratische partij wou een verplichting voor de hele bevolking. Enkele uren later besliste Draghi om gewoon voor de middenweg te gaan: 50-plus moest verplicht gevaccineerd worden.

Presidentszetel

De premier lijkt zijn eigen exitstrategie alvast uitgestippeld te hebben. In februari vinden namelijk presidentsverkiezingen plaats: huidig president Sergio Mattarella stopt ermee na een legislatuur van zeven jaar, en Draghi sprak al meermaals de wens uit om het stokje van hem over te nemen.

Op een jaar tijd wist Draghi de Italiaanse politiek toch al drastisch doorheen te schudden: onder zijn leiding kreeg het land de pandemie onder controle, hij tekende een herstelplan uit ter waarde van 200 miljard euro en liet de vaccinatiecampagne op rolletjes lopen.

Als president zou hij dan ook diezelfde strategie kunnen toepassen, maar dan op de langere termijn. Hij kan zijn eigen opvolger als premier aanduiden en veto’s stellen voor ministerposten, waardoor zijn visie op de beheersing van Covid-19 en het herstelplan doorgedreven worden.

Nog niet zeker

Hoewel het nog ver van zeker is dat Draghi ook effectief president wordt, lijken zijn kansen wel groot te zijn. Ook kan hij hiermee geschiedenis schrijven: nog nooit, in de geschiedenis van Italië, kon een man (of vrouw) zonder tussenstops van premierschap naar het kantoor van de president verhuizen. Draghi zal echter wel te maken krijgen met geduchte concurrentie, waaronder Marta Cartabia, minister van Justitie in zijn regering, Pier Ferdinando Casini en Romano Prodi, in een vorig leven ook nog premier.

Vanuit de rechterflank wordt dan weer de 85-jarige Silvio Berlusconi naar voren geschoven. Hij is vandaag nog steeds één van de rijksten van Italië, en wist als voormalig eigenaar van voetbalclub AC Milan, driemalig premier van Italië en notoir fan van seksfeestjes en controversiële uitspraken toch zijn stempel te drukken op de Italiaanse maatschappij.

(jvdh)

Meer