Het internationale toerisme heeft zijn herstel na de uitbraak van de coronapandemie in januari verder gezet. Er werden duidelijk betere cijfers opgetekend dan tijdens de eerste maand van vorig jaar. De oorlog die Rusland tegen Oekraïne is gestart, vergroot echter de druk van de bestaande economische onzekerheden, die tevens worden gevoed door de reisbeperkingen die in vele landen wegens de strijd tegen het coronavirus nog steeds van kracht zijn.
Het algemene vertrouwen kan hierdoor worden aangetast en daarmee ook het herstel van het toerisme belemmeren. Dat staat in een rapport van de World Tourism Organization (WTO).
Bevestiging positieve trend
“Er werden in januari van dit jaar wereldwijd 18 miljoen meer internationale toeristen ontvangen dan tijdens dezelfde maand vorig jaar”, wordt in het rapport aangevoerd. “Dat komt overeen met een groei van 130 procent. Deze stijging is even groot als de toename die het toerisme vorig jaar over de volle twaalf maanden heeft laten optekenen.”
“Hoewel deze cijfers een bevestiging vormen van de positieve trend die vorig jaar al aan de gang was, werd het hersteltempo in januari echter ook beïnvloed door de opkomst van de Omicron-variant van het coronavirus, waardoor op verschillende bestemmingen een aantal reisbeperkingen werden heringevoerd”, luidt het nog.
“Het niveau van het internationaal toerisme lag in januari van dit jaar nog altijd 67 procent onder de cijfers die tijdens dezelfde maand drie jaar geleden, voor de uitbraak van de crisis werden geregistreerd. In januari vorig jaar werd nog een kloof met 71 procent genoteerd.”
In het rapport wordt nog opgemerkt dat alle wereldregio’s een aanzienlijk herstel konden melden, al moet daarbij wel rekening worden gehouden met de lage niveaus die begin vorig jaar werden opgetekend.
Europa toonde met een stijging van 199 procent de sterkste groei, gevolgd door het Amerikaanse continent (97 procent). Maar ook hier lagen de internationale aankomsten nog altijd respectievelijk 53 procent en 52 procent onder de niveaus die voor de uitbraak van de pandemie konden worden gemeld.
Het Midden-Oosten en Afrika kenden met een vooruitgang van respectievelijk 89 procent en 51 procent eveneens een sterke toename. Maar ook hier blijven de aankomsten respectievelijk 63 procent en 69 procent onder de niveaus van drie jaar geleden.
De regio Asia-Pacific liet tegenover vorig jaar een stijging met 44 procent noteren. Hier bleven echter verschillende bestemmingen gesloten voor verplaatsingen die geen essentieel karakter hadden. De aankomsten bleven in deze regio hierdoor 93 procent onder het volume van drie jaar geleden.
Bosnië-Herzegovina
Wanneer naar subregio’s wordt gekeken, boekte West-Europa met voorsprong de beste resultaten. Er kon immers gewag worden gemaakt van een verviervoudiging van het aantal aankomsten. Dat volume lag echter nog altijd 58 procent lager dan drie jaar geleden.
Het sterkste herstel kon worden opgetekend in de Caraïben en Zuid-Europa, waar de aankomsten respectievelijk nog 38 procent en 41 procent lager lagen dan voor de uitbraak van de coronacrisis.
Verschillende eilanden in het Caribisch gebied en Azië en de Stille Oceaan, samen met enkele kleine Europese en Midden-Amerikaanse bestemmingen, boekten daarbij de beste resultaten. De beste score werd opgetekend in Bosnië-Herzegovina, waar zelfs 2 procent meer toeristen werden opgemerkt dan drie jaar geleden.
Ook Andorra kon het verlies tot 3 procent terugbrengen, gevolgd door Albanië (7 procent), de Dominicaanse Republiek (11 procent), Servië en de Malediven (13 procent), El Salvador (19 procent), Bulgarije en Curaçao (20 procent) en de Seychellen (27 procent).
Bij de grotere bestemmingen konden Turkije en Mexico de kloof terugbrengen tot respectievelijk 16 procent en 24 procent.