De Amerikaanse producent van microprocessors Intel heeft vergunningen gekregen van het Amerikaanse ministerie van Handel zodat het ‘bepaalde producten’ mag blijven leveren aan Huawei. De Chinese techreus staat nochtans op de zwarte lijst van de regering-Trump.
Het is nu al meer dan twee jaar dat de Verenigde Staten en China een handelsconflict uitvechten. Huawei, de fabrikant van smartphones en internetinfrastructuur, is het favoriete doelwit van Trumps regering in dat geschil. Washington plaatste het bedrijf op een zwarte lijst waardoor Amerikaanse bedrijven er geen handel mee mochten drijven. Daarbovenop oefenden de VS druk uit op hun bondgenoten om geen gebruik te maken van Huawei’s diensten bij de ontwikkeling van hun 5G-netwerken.
Vorige maand kondigde de Amerikaans president nog extra maatregelen aan gericht tegen het bedrijf: De VS pasten hun exportregels zodanig aan dat Huawei geen processorchips meer kan kopen die gemaakt zijn met Amerikaanse infrastructuur. Amerikaanse machines of software worden door het gros van de chipmakers wereldwijd gebruikt. Huawei zit daardoor bijna zonder de kenmerkende Kirin-chips, die in de meeste van zijn smartphones zit.
De Amerikaanse handelsautoriteiten staan echter uitzondering toe op verzoek. Zo mag Intel, voorlopig als enige, bepaalde producten blijven leveren aan het Chinese concern. Dat bevestigde een woordvoerder van de chipspecialist dinsdag via Reuters.
Favoritisme?
Andere bedrijven dienden gelijkaardige aanvragen in, zonder succes. Dat is met name het geval bij het Chinese bedrijf Semiconductor Manufacturing International Corporation, dat met Amerikaanse apparatuur chips maakt voor onder meer Huawei. Idem voor de Taiwanese chipmaker MediaTek. Zij wachten nog op antwoord.
De Zuid-Koreaanse chipmaker SK Hynix heeft een brief gekregen: de gevraagde licentie om aan Huawei te leveren is door de Amerikaanse autoriteiten afgewezen. Dat vertelde een goed geïnformeerde bron aan Reuters. Diezelfde bron vermoedt dat niet-Amerikaanse bedrijven waarschijnlijk geen goedkeuring zouden krijgen van de Verenigde Staten.