Het jaar 2021 heeft de Belgische spaarder veel koopkracht gekost, blijkt uit een simulatie door De Tijd.

De Belgen zetten hun spaargeld traditioneel op hun spaarrekening, die geen rente meer oplevert. Veel banken stellen zich tevreden met de minimumrente van 0,11 procent. Het jaar 2021 was geen uitzondering op de regel, met een extra 4,2 miljard euro op Belgische spaarrekeningen. In totaal zouden de spaardeposito’s volgens de extrapolatie door De Tijd iets meer dan 300 miljard euro bedragen, wat ongekend is.

Op de zichtrekeningen zijn de deposito’s zelfs nog belangrijker, maar moeilijk te evalueren. Verscheidene van de ondervraagde banken melden een stijging met 15 tot 20 procent ten opzichte van 2020.

Reële rentevoet van -5,7 procent

Maar tegelijkertijd hebben de Belgen nog nooit zoveel koopkracht verloren, omdat de reële rentevoet ongeveer -5,7 procent bedraagt. Dat is de rentevoet min de inflatie. Het verschil is veel groter dan tijdens de crisis van 2008-2009, want hoewel de inflatie toen hoog was, waren de rentetarieven veel beter dan nu.

De Tijd schat dat de Belgen ten opzichte van 2020 16,5 miljard euro aan spaargeld en 5,7 miljard euro op zichtrekeningen hebben verloren, wat het totaal op meer dan 22 miljard euro aan koopkracht brengt.

ECB beweegt niet

Alle ogen zijn natuurlijk gericht op de ECB, die haar beleid voor de aankoop van obligaties aanscherpt. Maar in tegenstelling tot de Amerikaanse Federal Reserve is zij niet van plan haar rentetarieven te verhogen. Christine Lagarde en haar collega’s geloven dat de inflatie slechts tijdelijk is, aangewakkerd door de energieprijzen en de crisis in de bevoorradingsketen.

Spaarrekeningen zijn nog steeds erg populair in België, omdat ze tot 100.000 euro waarborgen en het geld op elk moment kan worden opgenomen. Maar meer en meer Belgen worden actief op de beurs, waarbij de belangrijkste beursindexen voor het derde jaar op rij met dubbele cijfers scoren. Om nog maar te zwijgen van de cryptomunten die jongere beleggers aantrekken.

(am/evb)