Inflatie in de eurozone zakt opnieuw door corona-impact op energieprijzen

De inflatie in de eurozone viel terug tot 1,2 procent in februari, in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Dat is minder dan in januari, toen het nog 1,4 procent was, en veel lager dan het inflatiedoelwit van rond de twee procent dat de Europese Centrale Bank nastreeft.

De terugval is voornamelijk te wijten aan de lage energieprijzen, die zakten in februari namelijk met 0,3 procent. De olieprijs zakte sterk de voorbije weken door fabriekssluitingen en verstoringen in de globale toeleveringsketens door de wereldwijde uitbraak van het coronavirus.

De inflatie in de Eurozone dikte langzaam aan sinds de ECB in september een nieuwe bazooka van monetaire maatregelen aankondigde.

De centrale bank beloofde een los monetair beleid te voeren, dat betekent de rente laag houden en geld in de economie pompen door schuld op te kopen, tot de inflatie op het gewenste niveau is.

Maar ondertussen zet de economische impact van de wereldwijde epidemie van Covid-19 een enorme druk op die inflatie. De zwakkere vraag kan leiden tot lagere prijzen en druk zetten op de olieprijs.

De kerninflatie, waarbij de schommelende energie- en voedselprijzen niet worden meegerekend, steeg van 1,1 procent tot 1,2 procent. In de dienstensector stegen de prijzen tot 1,6 procent. Industriële goederen stegen slechts met 0,5 procent. Voedsel, alcohol- en tabaksprijzen stegen met 2,2 procent. De werkloosheidsgraad in de eurozone blijft op 7,4 procent. Dit alles volgens cijfers die Eurostat dinsdag vrijgaf.

Meer