Expats en gastarbeiders hebben het voorbije jaar 689 miljard dollar naar verwanten in hun thuislanden overgemaakt. Dat betekende een stijging met 8,8 procent tegenover het jaar voordien. Dat blijkt uit een rapport van de Wereldbank. De stromen naar landen met een laag en middelmatig inkomen liepen met 9,6 procent op tot 529 miljoen dollar. Daarmee is een nieuw recordniveau bereikt.
Bij de bestemmelingen blijft India met een bedrag van 79 miljard dollar op de eerste plaats, gevolgd door China (67 miljard dollar), Mexico (36 miljard dollar), de Filipijnen (34 miljard dollar) en Egypte (29 miljard dollar).
Kerala
“De geldstromen van expats en gastarbeiders naar India liepen het voorbije jaar nog met 14 procent op,” zeggen de onderzoekers. “Dat heeft wellicht gedeeltelijk te maken met de overstromingsramp in Kerala. Dat zal vele Indiase emigranten immers hebben aangezet om hun achtergebleven familieleden in India financieel sterker te ondersteunen.”
Volgens het rapport zullen de geldstromen naar landen met een laag en middelmatig inkomen dit jaar tot een niveau van 550 miljard dollar oplopen.” Daarmee zouden deze overdrachten volgens onderzoeker Dilip Ratha, hoofd van het Global Knowledge Partnership on Migration and Development, voor de betrokken landen de grootste bron van externe financiering worden.
De instroom van geldoverdrachten kent regionaal wel belangrijke verschillen. Oost-Azië en Oceanië lieten een groei met bijna 7 procent optekenen. In Zuid-Azië loopt dat cijfer echter op tot 12 procent.
De wereldwijde toename was volgens de Wereldbank vooral te danken aan een sterkere economie. Ook de krappe arbeidsmarkt in de Verenigde Staten had op de cijfers een impact. Tevens wijzen de onderzoekers naar een grotere activiteit vanuit Rusland en een aantal landen uit het gebied rond de Arabische Golf.
Kosten
“De kosten van de geldtransfers blijven een belangrijk probleem,” benadrukt Ratha. “De hoge commissies die de betaalplatformen aanrekenen, hollen de voordelen van de migratie uit.”
“Er moet dan ook opnieuw over exclusieve partnerschappen worden onderhandeld. Daarnaast moet de markt worden geopend voor nieuwe partijen die hun activiteiten onder meer langs nationale postkantoren en telecommunicatiebedrijven aanbieden. Die inspanningen zullen de concurrentie verhogen en de commissies verminderen.”
Een overdracht van 200 dollar kost volgens de Wereldbank momenteel gemiddeld 14 dollar. “In de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling is voorzien dat deze tarieven tegen eind volgend decennium van 7 procent naar 3 procent moeten worden verminderd,” zegt de instelling. “In vele Afrikaanse landen en kleine eilanden in de Stille Oceaan stijgen die kosten momenteel nog altijd uit boven het niveau van 10 procent.”
Banken rekenen momenteel de duurste commissies aan. Hun tarieven lopen op tot een gemiddelde van 11 procent. Dat is volgens de Wereldbank onder meer te wijten aan de strategieën van de financiële groepen om hun risico’s zoveel mogelijk te beperken. Die strategieën hebben geleid tot de sluiting van de bankaccounts van een aantal aanbieders van geldoverdrachten. Dat heeft de kosten van de transacties opgedreven.