In Hongarije had zonnekracht het voorbije jaar in de totale elektriciteitsproductie een aandeel van 11,1 procent. Dat blijkt uit een rapport van de Hongaarse energieregulator. Opgemerkt wordt dat zonnekracht in geen enkele andere lidstaat van de Europese Unie in de opwekking van elektriciteit een groter aandeel had dan in Hongarije. Het land gaat daarbij ook mediterrane naties zoals Spanje en Griekenland vooraf.
In het rapport wordt opgemerkt dat de capaciteit van windenergie en zonnekracht in de Europese Unie ook het voorbije jaar een verdere groei heeft laten optekenen. Deze sectoren voegden meer dan 20 gigawatt aan hun geïnstalleerde Europese capaciteit toe.
Ommekeer
Verder wordt aangevoerd dat het totale elektriciteitsverbruik in de Europese Unie het voorbije jaar met 4,3 procent is gestegen. De productie liet een gelijkaardige groei noteren, waardoor de sector zich bijna opnieuw heeft hersteld tot het niveau dat voor de uitbraak van de coronapandemie werd geregistreerd.
Anderzijds wordt erop gewezen dat in de Europese elektriciteitsproductie het voorbije jaar echter ook een opmerkelijke ommekeer moest worden opgetekend. Dat had vooral te maken met verschuivingen tussen de fossiele bronnen steenkool en aardgas.
Al enkele tijd kon in de Europese Unie immers bij de opwekking van elektriciteit een duidelijke overstap van steenkool naar aardgas worden gesignaleerd. Maar die trend is volgens het rapport het voorbije jaar grotendeels tot stilstand gekomen en zelfs omgekeerd. Er kon daarbij een duidelijke terugkeer naar de inzet van steenkoolcentrales worden opgemerkt.
Dat zou moeten worden toegeschreven aan de grote prijsstijgingen waarmee de gasmarkt werd geconfronteerd. Gasgestookte centrales werden hierdoor minder rendabel. De Europese elektriciteitsproductie op basis van steenkool nam het voorbije jaar met ongeveer 20 procent toe. Het aandeel van aardgas viel daarentegen met 6,3 procent terug.
Weersomstandigheden
Die trend werd volgens het rapport bovendien nog versterkt door ongunstige weersomstandigheden. Daardoor zou de weersafhankelijke elektriciteitsproductie – op basis van zon, wind en water – immers slechts een lichte groei hebben kunnen melden.
Er wordt daarbij nog beklemtoond dat het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in de totale Europese elektriciteitsproductie tegenover het jaar voordien van 33,4 procent naar 33,1 procent is teruggevallen.
Het aandeel van steenkool en bruinkool nam daarentegen van 12,3 procent naar 14,2 procent toe. Daarmee werd steenkool opnieuw populairder dan aardgas, dat uiteindelijk op een bijdrage van 13,9 procent uitkwam.
In het rapport wordt wel aangevoerd dat Hongarije deze trend niet heeft gevolgd. Ook vorig jaar viel het aandeel van bruinkool in de Hongaarse elektriciteitsproductie verder terug. Daarentegen bleek in steeds grotere mate op zonnekracht te worden gerekend. Er wordt nog aan toegevoegd dat het totale Hongaarse elektriciteitsverbruik vorig jaar met 6 procent is toegenomen.
(ns)