‘Hoe hoger het loon, hoe langer de werkdag’

De bestbetaalde werknemers kloppen vaak het hoogste aantal werkuren. Dat blijkt uit onderzoek van een Britse denktank, die wijst op groeiende inkomensongelijkheid.

Doorheen de geschiedenis was het lange tijd zo dat onderbetaalde, lager opgeleide mannen lange werkdagen afwerkten. Dat was in schril contrast met de hogere klasse. ‘Hoe minder je moet werken, hoe groter je prestige’ was daar de leuze. Volgens de Britse denktank Resolution Foundation is die tendens omgedraaid, want de laagstbetaalden werken nu het minst aantal uren.

Sociale status

Blijkbaar is de hoeveelheid werkuren een soort teken van sociale status geworden. De tien procent mannen met het hoogste uurloon werkt tegenwoordig zo’n zeven uur per week méér dan de tien procent mannen met het laagste uurloon. Bij de vrouwen ligt de kloof zelfs op tien uren per week.

Toch is de gemiddelde arbeidsduur per week niet verhoogd, integendeel zelfs. Waar mannen zonder diploma in 1979 nog 42,9 uren per week werkten, lag dit in 2009 nog op een gemiddelde van 36,8 uren. Ook de werkweek van mannen met een diploma daalde van 39 tot 37,8 uur in die tijdspanne. Enkel bij gediplomeerde vrouwen is een stijging te bemerken.

Leidinggevenden en hoogopgeleiden

De verklaring van deze patronen ligt bij de soorten jobs in de samenleving. In de mijnbouw en maakindustrie was het voorheen de norm om lange dagen te kloppen, terwijl dat nu eerder het geval is bij leidinggevende functies en beroepen waarvoor een opleiding of hoger diploma nodig is.

Korte werkdagen zijn nu vaak terug te vinden in de dienstensector. In sectoren zoals de horeca, detailhandel, schoonmaak en verzorging blijft het vaak bij de voorziene 38-urenweek. Daarenboven zijn dat ook beroepen met een relatief laag uurloon.

De onderzoeker wijst daarom op de groeiende inkomensongelijkheid. Als er enerzijds een groep mensen véél werkt voor een hoog loon, en anderzijds een groep mensen minder uren werkt voor een lager loon, is dat nefast voor de loonspreiding.

Meer