Gulle centrale banken: brandblussers of pyromanen?

De balansen van de grote centrale banken in de wereld zwellen in sneltempo aan, omdat ze het ene steunprogramma na het andere lanceren. Uitzonderlijke tijden vergen uitzonderlijke maatregelen, klinkt het. Maar critici vrezen dat hun enthousiast interventionisme de kiemen voor een nieuwe crisis legt.

De Federal Reserve, de koepel van Amerikaanse centrale banken, verraste maandag met haar voornemen om voortaan ook obligaties van individuele Amerikaanse bedrijven op te kopen. Voorheen deed de Fed dat alleen onrechtstreeks, via de aankoop van fondsen gelinkt aan zulke obligaties. Het is de jongste uiting van een wereldwijd fenomeen: de grote centrale banken verruimen de manieren waarop ze op de financiële markten tussenkomen en profileren zich als redder van bedrijven in moeilijkheden.

Dat laatste doen de centrale banken door bedrijfsobligaties en ander schuldpapier van de bedrijven op te kopen. Zulke steunaankopen vergroten het beleggersvertrouwen in die bedrijven én hebben een algemeen dempend effect op de rentes. Vooral grote bedrijven profiteren, want ze kunnen spotgoedkoop geld ophalen. Net als de Europese Centrale Bank (ECB) en de Fed beklemtoonde ook Haruhiko Kuroda, de gouverneur van de Bank of Japan, dinsdag dat de centrale bank bedrijven in moeilijkheden zal blijven helpen via steunaankopen, om zo faillissementen en banenverlies te vermijden.

Het gevolg van de grootschalige opkoopprogramma’s is dat de balansen van de centrale banken in recordtempo aanzwellen. Dat blijkt onder meer uit deze grafiek, die de opgetelde balans van de Fed, de ECB, de Bank of Japan en de Bank of England afzet tegen de grootte van de bijhorende economieën.

Een eerste gevaar is dat het losse monetaire beleid vroeg of laat tot een opstoot van inflatie leidt, terwijl centrale banken net als hoofdtaak hebben om de inflatie op een stabiel en laag pad te houden. Volgens vrijwel alle economische modellen is dat gevaar momenteel erg klein, omdat de wereldeconomie nog moet recupereren van de coronaklap. Maar sommige waarnemers vrezen dat de kiemen zijn gelegd voor hoge inflatie op middellange termijn.

Door specifiek bedrijfsobligaties op te kopen, riskeren de centrale bankiers ook de marktsignalen te verstoren. Hoge obligatierentes zijn een signaal dat een bedrijf in moeilijk vaarwater zit. Maar als centrale banken zich in het gewoel mengen, wordt de signalen troebeler. Zombiebedrijven, ondernemingen die intrinsiek niet leefbaar zijn, hebben sowieso al bijkomende levenslijnen gekregen door de historisch lage rentestanden waartoe de centrale banken ook al beslist hebben.

Witte ridders

Misschien wel het grootste gevaar op korte termijn is dat de centrale bankiers de beurskoersen te veel opzwepen en zo nieuwe bubbels creëren, die brutaal kunnen uiteenspatten. Philippe Gijsels, hoofd beleggingstrategie bij BNP Paribas Fortis, vergelijkt de Fed met ‘de spreekwoordelijke ridder op zijn witte paard’. De centrale bank komt vanuit het niets de beurzen oppeppen en vuurt de ‘stieren’, de beleggers die in tegenstelling tot de ‘beren’ gokken op stijgende markten, nog aan.

‘De Amerikaanse centrale bank, en dat geldt ook voor de ECB, de Bank of England en andere, gaat rustig door om een steeds ruimer palet aan activa op te kopen voor steeds meer geld’, schrijft Gijsels. ‘Zolang de centrale banken de stieren rugdekking geven, en bij iedere appelflauwte opnieuw klaarstaan om nog meer te doen, is het voor de beren een beetje een verloren strijd.’

Lees ook:

Meer