Grote investeerders drijven Europese woningprijzen verder op

De voorbije periode hebben institutionele beleggers een toenemende interesse in vastgoed in grote Europese steden tentoon gespreid. Dat heeft echter vooral tot hogere woningprijzen geleid. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers van de University of the West of England en de Freie Universität Berlin.

Omdat op de financiële markten nagenoeg met nultarieven kon worden gewerkt, werden residentiële woningen voor institutionele beleggers volgens de onderzoekers steeds aantrekkelijker.

Berlijn

De wetenschappers wijzen erop dat institutionele beleggers twee jaar geleden in Europa voor ongeveer 64 miljard dollar vastgoed hebben aangekocht. De totale Europese vastgoedportefeuille van de betrokken partijen kreeg daarmee een waarde van ongeveer 150 miljard euro.

Berlijn staat daarbij met een portfolio van 40 miljard euro aan residentieel vastgoed op een eerste plaats, gevolgd door Londen, Amsterdam, Parijs en Wenen.

De onderzoekers Daniela Gabor en Sebastian Kohl suggereren dat de Europese woningbouw voor beleggers een steeds belangrijker klasse activa is geworden. “Dat is gedeeltelijk te danken aan de extreem lage rentetarieven en een bemoedigend regelgevend kader”, stippen de wetenschappers aan.

Vastgoedfondsen beheerden in de eurozone vorig jaar een gezamenlijke portefueille van 1 biljoen euro. Dat komt overeen met het bruto binnenlandse product van Spanje. Begin vorig decennium was er daarbij slechts van 350 miljard euro sprake. Binnen die portefeuille blijken vooral woningen een steeds sterker aandeel te hebben uitgebouwd.

Vooral in Duitsland, Denemarken en Nederland werden de voorbije tien jaar een opmerkelijk aantal grote woningtransacties met institutionele beleggers opgetekend. Onder meer wordt gewezen naar investeerder Blackstone, die in vijf Europese landen 65.000 wooneenheden in portefeuille heeft.

Het bedrijf zegt echter met zijn investeringen een bijdrage te leveren tot de aanpak van het chronisch onderaanbod aan woningen op de Europese markt. De investeerder zegt daarbij echter op de Europese vastgoedmarkt een bescheiden partij te zijn, die niet in staat is om de bredere huurtrends te beïnvloeden.

Onbetaalbaar

Blackstone betoogt tevens een grote aandacht voor de behoeften van zijn bewoners te hebben. Daarmee reageert de investeerder op de kritiek waarbij wordt opgemerkt dat institutionele partijen een belangrijke bijdrage hebben in de woningkrapte op de Europese markt.

De critici voeren daarbij aan dat woningen door de hoge huurtarieven, vastgoedprijzen en energiekosten voor de lokale bevolking steeds minder betaalbaar zijn. Die kritieken hebben een aantal Europese overheden – onder meer in Ierland, Spanje en Berlijn – inmiddels aangezet maatregelen aan te kondigen om de praktijken in te dammen. 

“Grote investeerders in Europees vastgoed focussen zich vooral op hun rendement”, benadrukt de Nederlandse politica Kim van Sparrentak (GroenLinks) daarbij. “Het aanbieden van woonruimte komt vaak slechts op een tweede plaats.”

“De Europese Unie moet erkennen dat de huisvestingscrisis niet alleen kan worden opgelost door de bouw van nieuwe woningen. Vooral moet de Europese Unie zijn rol opnemen om voor zijn bevolking de betaalbare huisvesting als een grondrecht te waarborgen.”

Volgens van Sparrentak bieden de Europese regels aan deze partijen momenteel vooral grotere voordelen. Er zijn volgens haar strikte regels nodig om te voorkomen dat grote investeerders de Europese woningvoorraad overnemen.

“Lage rentetarieven hebben beleggers ertoe aangezet om buiten traditionele activa zoals staatsobligaties, rendement te gaan zoeken”, wordt in het rapport opgemerkt. “Daarbij beslissen ze vaak om naar nieuwe categorieën, waaronder huisvesting, over te stappen.”

Meer