Geluid bij openen drankblikje kan niet beschermd worden

Het geluid dat een drankblikje maakt wanneer het wordt geopend, kan niet als merk worden beschermd. Dat heeft het Gerecht van het Hof van Justitie van de Europese Unie geoordeeld, zo blijkt uit een woensdag gepubliceerd arrest.

De Ierse producent van drankblikjes en -flesjes Ardagh vroeg bij het bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) een wettelijke bescherming aan van een zogenaamd klankteken. Daarvoor diende het een audiofragment in waarin het geluid van het openen van een metalen drankblikje te horen is, gevolgd door een stilte van één seconde en negen seconden durend gebruis. Het EUIPO wees de aanvraag echter af, omdat Ardagh zich met het aangevraagde merk niet kon onderscheiden van andere producten in de drankensector.

“Geen onderscheidend vermogen”

Het bedrijf vocht te beslissing aan bij het Hof van Justitie van de EU. Ook daar vangt Ardagh nu bot. In zijn arrest oordeelt het Gerecht van de EU dat het klankmerk geen onderscheidend vermogen heeft. Het geluid dat ontstaat bij het openen van een blikje, is “een louter technisch en functioneel element” en de klankelementen hebben “geen enkel intrinsiek kenmerk op basis waarvan het relevante publiek deze kan opvatten als een aanduiding van de commerciële herkomst van de waren”, luidt het onder meer. “Deze elementen zijn niet voldoende pregnant om zich te onderscheiden van vergelijkbare geluiden die door dranken worden gemaakt.”

Het was de eerste keer dat het Gerecht zich moest buigen over een inschrijving van een audiofragment als klankmerk.

Lees ook: AB InBev start rechtszaak tegen ‘misbruik’ merknaam Corona in VS

Meer