Voetbalwedstrijden uit de Engelse Premier League worden in China niet meer op televisie uitgezonden. De Premier League heeft een contract met de lokale omroep China Central Television (CCTV), ter waarde van 650 miljoen pond, opgezegd. Daarmee lijkt ook de voetbalsport meegesleurd te worden in de politieke spanningen die tussen China en het Verenigd Koninkrijk steeds meer de kop opsteken.

De beslissing betekent dat CC Television, die de uitzendrechten voor de wedstrijden uit de Premier League in China heeft, alvast het begin van het nieuwe Engelse voetbalseizoen, dat op 12 september van start gaat, zal missen.

Hongkong

De ingreep van de Premier League volgt op de beslissing CC Television, een staatsbedrijf, om de wedstrijden van het Engelse voetbal van zijn belangrijkste sportplatform weg te halen en te verbannen naar een kanaal dat veel minder kijkers heeft.

De banden tussen de twee landen zijn de voorbije maanden gevoelig verslechterd. Die oplopende spanningen worden onder meer in de hand gewerkt door de beslissing van de Britse regering om het Chinese telecommunicatiebedrijf Huawei Technologies te verbannen.

De Britse overheid heeft ook zware kritiek geuit op de nieuw veiligheidswet die de Chinese regering aan Hongkong, een voormalige Britse kroonkolonie, heeft opgelegd. Volgens Britse bronnen heeft de Chinese streamingdienst PP Television (PPTV) bovendien een betaling van 160 miljoen pond aan de Premier League ingehouden.

‘Deze ontwikkeling vindt plaats tegen de achtergrond van de steeds slechter wordende relaties tussen het Verenigd Koninkrijk en China,’ benadrukt Simon Chadwick, directeur van het Centre for the Eurasian Sport Industry, tegenover het persbureau Bloomberg. ‘Het lijkt dan ook aannemelijk dat achter deze beslissing aanzienlijke politieke druk schuil gaat.’

Impact

China is één van de grootste buitenlandse markten van de Premier League. De breuk kan dan ook een grote impact hebben op de financiën van de Engelse clubs. Verscheidene Engelse topclubs, zoals Manchester United, hebben in China miljoenen supporters. Britse topteams hebben er vaak ook fanshops.

De Premier League heeft zijn populariteit in Azië de voorbije jaren aanzienlijk opgevoerd. Diverse Engelse clubs hadden al de gewoonte om voor de aanvang van de competitie voor een aantal demonstratiewedstrijden naar China te reizen.

Sommige Engelse clubs – zoals Manchester City, Southampton en West Bromwich Albion – hebben ook Chinese tycoons of bedrijven als investeerders aangetrokken. De Fosun Group, gecontroleerd door de Chinese miljardair Guo Guangchang, is zelfs eigenaar van Wolverhampton Wanderers.