Het Internationaal Atoomenergieagentschap heeft het Japans plan om afvalwater van de kerncentrale van Fukushima in zee te lozen, goedgekeurd. Dit kan omdat het water inmiddels gezuiverd en veilig is, vertelt Nathal Severijns, kernfysicus aan de KU Leuven.

De essentie: Het koelwater dat nu in zee geloodst mag worden, bevat nog een bepaalde radioactiviteit. Maar de concentraties zijn miniem en dus veilig. Het ontmantelen en veilig stellen van de volledige kerncentrale van Fukushima zal echter nog jaren duren.

• Severijns: “Het gaat hier om hoofdzakelijk koelwater, om de reactoren die daar nog altijd staan verder te blijven koelen, voor die ontmanteld kunnen worden. Dat initieel radioactief water wordt eerst in grote tanks op de site opgeslagen en wordt ondertussen stelselmatig gezuiverd door een complex systeem van filters dat bijna al het nucleair afval uit het water haalt. Dat gezuiverde water accumuleert al twaalf jaar. In 2021 was al voorzien dat er vanaf midden dit jaar een deel van dat water geloosd wordt. Dat gaat niet allemaal ineens in zee, maar dat zal in de loop van de komende jaren met beperkte hoeveelheden gebeuren.”
• “Het enige radioactieve materiaal dat nog in het water zit, is tritium. Dat is een zware isotoop van waterstof. Tritium kan niet weggefilterd worden. Het is een isotoop dat alleen maar zogenaamde bètastraling uitzendt. Die straling gaat niet door onze huid, het is alleen maar gevaarlijk wanneer je het binnenkrijgt. Omdat die straling zo laag energetisch is, kan ze maar beperkte schade aanbrengen. Ons immuunsysteem kan dat normaal gezien aan, zeker de concentratie die in de zee geloosd zal worden.”
• “Het ontmantelen van kernreactoren duurt twintig tot dertig jaar. In Fukushima is het wat complexer omdat de brandstofkern bij drie reactoren gesmolten is en als een pastavormige massa aanwezig is. Dat betekent dat het veel complexer is om de radioactiviteit op een veilige manier te behandelen en weg te voeren. Het is niet zoals bij een werkende reactor die wordt stilgelegd: daar kan je de brandstofstaven er mooi uithalen en ergens op een veilige manier stockeren. Dus dit zal wat meer tijd vergen”, concludeert Severijns.