Fans willen meer technologie in de sportstadions

Sportfans zijn op zoek naar technologie om hun stadionbezoek naar een hoger niveau te tillen. Dat blijkt uit een onderzoek van consulent Untold Insights en het bedrijf Oracle Food & Beverage, gebaseerd op een wereldwijde enquête bij 5.640 consumenten in mei van dit jaar.

De onderzoekers zeggen dat de studie aantoont dat stadionbezoekers het beste van twee werelden willen. Er is immers een duidelijk verlangen van de persoonlijke live beleving, maar tegelijkertijd wordt gestreefd naar een comfort dat ook in andere aspecten van het dagelijks leven – zoals maaltijdbezorging – wordt ervaren.

Grotere waarde

“De consumenten willen technologie die hen bij het stadionbezoek een grotere waarde kan opleveren”, merkt Simon de Montfort Walker, algemeen directe ur van Oracle Food and Beverage, op. De onderzoekers wijzen erop dat de fans bij de wedstrijden naar een brede waaier van technische services streven.”

Daarbij werd onder meer vastgesteld dat 42 procent geïnteresseerd zou zijn om met een vingerafdruk – als alternatief voor een ticket – toegang tot de evenementen te kunnen krijgen. Daarnaast bleek 38 procent op hun mobiele apparaten allerhande statistieken, de teams en de competitie te willen ontvangen.

Tevens gaf 53 procent van de respondenten aan dat ze het bijzonder interessant zouden vinden om met hun favoriete teams en artiesten in de metaverse te kunnen samenwerken. Daarbij werd onder meer gewag gemaakt van een virtueel bezoek backstage of een digitale stadiontour, maar ook mogelijkheden om voor merchandise te kunnen winkelen.

Bij de millennials liep dit cijfer op tot 65 procent. Ook overtuigde sportfans laten hier een score van 64 procent optekenen. Verder bleek dat 53 procent van de ondervraagden interesse toonde in speciale commerciële aanbiedingen.

De sportfans rekenen er echter tevens op dat technologie de organisatie van de services in het stadion kan verbeteren. De respondenten gaven immers aan te hebben ervaren dat de kwaliteit van de klantenservice in de stadions achteruit gaat. “Ze rekenen op de technologie om deze processen te versnellen en de wachttijden te verkorten”, merken de onderzoekers op.

Het onderzoek bracht onder meer aan het licht dat 42 procent van de ondervraagden frustraties toonde over de lange wachttijden in de rijen voor allerlei concessies. Daarbij gaf 53 procent aan een flexibele zelfbediening te prefereren boven een interactie met personeel.

Tevens werd vastgesteld dat 57 procent van de stadionbezoekers zou geïnteresseerd zijn om eten en drinken vooraf te kunnen bestellen. Daarbij gaf 33 procent aan bereid te zijn extra te betalen om hun maaltijd vooraf te kunnen bestellen indien dit tot een kortere wachttijd zou leiden.

Digitale scheidsrechters

“De huidige generatie fans verwacht een ervaring die verder gaat dan het louter sportieve gebeuren”, benadrukte Bill Schlough, chief information officer van de honkbalclub San Francisco Giants, in een commentaar op het onderzoek.

“Ze zijn op zoek naar lekker eten, een vriendelijke service, boeiende promoties en hopelijk een overwinning voor hun team. Technologie speelt bij de beleving van deze ervaringen, vanaf het moment dat de fan zijn verplaatsing naar het evenement inzet, een steeds belangrijkere rol.” 

De onderzoekers keken ook naar de houding van de fans tegenover de inzet van robotica bij de wedstrijdleiding. In het algemeen bleek dat 42 procent van de wereldwijde sportfans zich in de inzet van robotscheidsrechters niet zou kunnen vinden. Anderzijds erkende 29 procent voorstander van digitale referees te zijn. Een even grote groep stelde zich neutraal op.

Regionaal konden echter aanzienlijke verschillen worden opgetekend. In Duitsland kon het grootste verzet tegen de robotscheidsrechter worden genoteerd. Daar wees 58 procent van de respondenten het idee van de hand, gevolgd door Italië (53 procent), Spanje (52 procent), Australië (50 procent), Frankrijk (48 procent) en Brazilië (44 procent).

Het grootste enthousiasme voor de digitale referee kon daarentegen worden teruggevonden in China (54 procent), gevolgd door de Verenigde Arabische Emiraten (53 procent).

Meer