De Europese Commissie heeft 3,2 miljard euro staatshulp van zeven lidstaten voor investeringen in batterij-onderzoek goedgekeurd. De betrokken landen zijn België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Polen en Zweden. Verwacht wordt dat deze publieke investeringen in de privésector nog eens 5 miljard euro aan budgetten zouden kunnen stimuleren.
De projecten zouden over de volgende twaalf jaar zijn gespreid. Met de ontwikkeling van een eigen batterij-industrie hoopt de Europese Unie de dominantie van China over de sector te kunnen indammen. Duitsland (1 miljard euro) en Frankrijk (960 miljoen euro) nemen het grootste deel van de projecten voor hun rekening.
Strategisch
‘De batterijproductie is voor de Europese economie en maatschappij van strategisch belang,’ betoogt Margrethe Vestager, Europees commissaris voor Mededinging. ‘De technologie heeft een groot potentieel op gebied van duurzame mobiliteit en energie. Maar de sector kan ook een bijdrage leveren tot het concurrentievermogen en de banencreatie.’
‘Door de goedgekeurde steun kan een belangrijk project worden gerealiseerd zonder concurrentievervalsing te moeten vrezen. Momenteel loopt Europa in de batterij-industrie duidelijk achter op Azië. De regio moet vooral op import vertrouwen.’
De Europese Commissie benadrukt nog dat de ondersteunde projecten de volledige keten van de batterij-productie dekken. Daarbij wordt gewag gemaakt van de ontginning en verwerking van grondstoffen, de ontwikkeling van chemische materialen, het ontwerp van batterijcellen, de integratie in intelligentie systemen tot recyclage en hergebruik.
Klimaatneutraal
De ondersteuning van de batterij-technologie moet de Europese Unie helpen om tegen het midden van deze eeuw een klimaatneutrale economie te hebben. De staatssteun gaat naar zeventien verschillende bedrijven.
Ursula Von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, heeft van de strijd tegen de klimaatverandering een prioriteit gemaakt. De ontwikkeling van batterijen voor elektrische wagens vormt daarvan een belangrijke pijler.
