Door de lage gemiddelde temperaturen in heel Europa zijn de dagelijkse stroomprijzen maandag op de meeste grote markten gestegen tot meer dan 200 euro. Dat is gevolg van de toegenomen vraag naar energie, die duidelijk aantoont hoe afhankelijk Europa is van fossiele brandstoffen en de dure centrales die deze leveren.

Hoe meer de temperaturen dalen, hoe meer de stroomprijzen in de Noordse regio’s stijgen. Gegevens van maandag van Nord Pool, Europa’s energiemarkt, voorspellen een prijsstijging tot 238,60 euro per megawattuur (MWh) voor 7 december. Dat is het op één na hoogste niveau ooit. Om het evenwicht in het net te herstellen, heeft Zweden een oliegestookte reservecentrale opgestart.

In Polen stijgen de prijzen met 69 procent, tot 240,59 euro. Dat is voor het land het hoogste niveau sinds de day-aheadveiling voor die markt in februari van start ging op Nord Pool. De prijzen in Duitsland stegen tot 265,39 euro en in Frankrijk tot 282,50 euro, dicht bij de hoogste niveaus van eerder dit najaar.

Ook in België stijgen de prijzen tot het hoogste niveau op de energiemarkt. Zo werd op 21 november de grens van 200 euro overschreden, met 202,15 euro per megawattuur.

Momenteel wijken de Europese koolstofprijzen minder dan 10 cent af van het record van vorige week. Toen stegen de prijzen omwille van de lage opslagniveaus en de benchmarkprijzen voor gas en steenkool. Elektriciteit opwekken in centrales die aangedreven worden door fossiele brandstoffen, blijft dus zeer duur. De elektriciteitsmarkt is om die reden ook extra gevoelig voor koude periodes en windstil weer, wat leidt tot stijgende prijzen.

“De Europese stroomprijzen zullen in december dan ook zeer hoog blijven”, zegt Andy Sommer, hoofd fundamentele analyse & modellering bij Axpo Solutions AG. “Het weer in de komende weken, de prestaties van de Franse kerncentrales, de dagelijkse gasleveringen van Rusland en het steenkoolbeleid van China, gaan dus allemaal bepalen of de prijzen nog meer zullen stijgen.”

(lp)