Europese persvrijheid komt steeds meer onder druk

De druk op de persvrijheid in de lidstaten van de Europese Unie wordt steeds groter. Dat blijkt uit een rapport van de Raad van Europa, waarin wordt opgemerkt dat er vorig jaar melding was van 282 incidenten, verspreid over vijfendertig landen. Dit betekende een stijging met 41 procent tegenover het jaar voordien.

Deze vaststellingen zouden volgens het rapport voor Europa een wake-up call moeten zijn. De onderzoekers wijzen erop dat de feiten ook op de dood van zes journalisten, waarbij drie slachtoffers rechtstreeks werden geviseerd, betrekking hadden.

Alarmsignalen

“De Europese mediavrijheid wordt met rode alarmsignalen geconfronteerd”, wordt in het rapport opgemerkt, waarbij ook de aanzienlijke toename op amper een jaar tijd wordt beklemtoond. “De incidenten omvatten een brede waaier van feiten en variëren van fysieke aanvallen tot onrechtmatige rechtszaken.”

“In sommige gevallen hebben de problemen met tijdelijke situaties, zoals de uitbraak van de coronapandemie, te maken. Elders is er echter sprake van terugkerende tekortkomingen in zogenaamde onvolmaakte democratieën.”

“Niet alleen de cijfers op zich vormen een probleem”, stippen de onderzoekers nog aan. “Het soort en de ernst van de incidenten zou een wake-up call moeten zijn voor iedereen die om de staat van de democratie in Europa is bekommerd.”

Ricardo Gutiérrez, secretaris-generaal van de European Federation of Journalists (EFJ), merkt daarbij op dat de veiligheid van de journalisten in Europa sterk achteruit gaat. Indien de naties de persvrijheid echt willen garanderen, moeten er volgens hem een reeks concrete maatregelen worden genomen.

Het rapport maakt meldingen van 82 aanvallen op de fysieke veiligheid en integriteit van journalisten. Dat betekende een stijging van 51 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Er was vorig jaar sprake van een gerichte moord op drie journalisten in Griekenland, Nederland en Turkije.

De moorden op de verslaggevers Giorgos Karaivaz in Griekenland en Peter R. de Vries in Nederland droegen duidelijk de sporen van georganiseerde misdaad. Daarnaast werden ook twee journalisten gedood tijdens het conflict in Nagorno-Karabach, terwijl nog een slachtoffer viel tijdens protesten in Georgië. Bij geen enkele dodelijke aanslag konden de daders worden geïdentificeerd en opgepakt.

Structureel

Er waren ook 110 meldingen van intimidatie, waarbij politieke bewegingen volgens het rapport verantwoordelijk waren voor een aantal online incidenten. Verder wordt opgemerkt dat nationale overheden verantwoordelijk waren voor 47 procent van alle incidenten die het voorbije jaar werden opgetekend.

“In een toenemend aantal landen zijn deze incidenten geen toevallige gebeurtenissen meer, maar zijn ze het gevolg van een weloverwogen strategie om een repressief model op te leggen, compleet in strijd met de fundamenten van de rechtsstraat en de mensenrechten”, voeren de onderzoekers aan.

“Ook structureel worden de media bedreigd”, wordt in het rapport nog aangevoerd. “Strategieën voor de onderdrukking van de media die al lang in landen zoals Turkije, Azerbeidzjan en Rusland worden gehanteerd, worden nu ook door heersers in een aantal andere naties, zoals Hongarije of Polen, toegepast.”

“Daarbij komt ook de onafhankelijkheid en de financiering van de publieke media in het gedrang.” In het kader daarvan wordt ook gewezen op het misbruik van rechtszaken – zowel door machtige functionarissen als invloedrijke zakenlui – om de media het zwijgen op te leggen.

(lp)

Meer