Het Europees Parlement zou een parkeerplaats zijn voor uitgerangeerde partijkopstukken, zo wil het cliché. Politicoloog Steven Van Hecke wil dit beeld nuanceren. Slechts een deel van die kritiek vindt hij terecht, zo legde hij uit aan Business AM.
Beluister hier het volledige gesprek met Steven Van Hecke:
De essentie: Door het samenvallen van de verkiezingen, valt het minder op als partijen op de Europese lijst politici naar voren duwen die geen sterk Europees profiel hebben. Tegelijkertijd noemt Van Hecke het Europees parlement geen parkeerplaats, en moeten politici er wel degelijk hard werken.
- “De kritiek is ten dele terecht. Ze heeft te maken met twee fenomenen. Ten eerste dat er bij ons samenvallende verkiezingen zijn. Dus politieke partijen kunnen het zich makkelijk veroorloven om kopstukken of voormalige kopstukken uit te spelen op de Europese lijst.”
- “De Europese verkiezingen zijn sowieso het ondergeschoven kindje in vergelijking met de aandacht die de regionale en zeker de federale verkiezingen zullen krijgen. Mochten er aparte Europese verkiezingen zijn, dan zou het voor politieke partijen veel moeilijker zijn om geen lijsttrekkers te hebben die al een sterk Europees profiel hebben”, stelt Van Hecke.
- “Het andere fenomeen is dat er heel weinig zitjes te verdelen zijn. De prijs voor zo’n positie is relatief hoog. Als een partij maar uitzicht heeft op een eerste plaats, speelt het liever op zeker. En dan speelt men boegbeelden of voormalige boegbeelden uit. Want in tegenstelling tot die andere verkiezingen, regionaal en federaal, zijn er bij de Europese verkiezingen kieskringen waar men in heel Vlaanderen stemmen kan halen. En dan is het wel belangrijk om bekende koppen op de lijsten te zetten.”
Politieke nobody
- Van Hecke is het niet met alle kritiek eens: “Het Europees parlement is geen parkeerplaats, want de tijd dat het niets meer voorstelde en men met zijn vingers zat te draaien, is al heel lang voorbij. Geert Bourgeois (N-VA) vloog er meteen in, dus van een soort pauze na zijn Vlaams minister-presidentschap was helemaal geen sprake. Sommige parlementsleden ligt dat meer, anderen minder.”
- “Ook al ben je misschien een bekend kopstuk in de Wetstraat, eens je in dat Europees parlement komt, ben je een politieke nobody. Want niemand in het buitenland kent je, behalve als je een regering hebt geleid. Dat hebben we vroeger gezien met Guy Verhofstadt (Open Vld) en Jean-Luc Dehaene (cd&v). Dan heb je meteen naam en faam. Maar voor alle anderen komt er toch op aan om hard te werken en zelf je strepen te verdienen.”
(nd)