Einde van de groei is geen realistisch antwoord op de klimaatuitdaging 

Het einde van de economische groei is geen realistisch antwoord op de klimaatuitdaging. Het komt er net op aan om ons economische model versneld bij te sturen richting duurzame oplossingen. De recente voorstellen zijn alvast een stap in de goeie richting, maar het echte werk moet nog gebeuren.

In het debat rond de klimaatuitdaging zijn slogans tegen economische groei opmerkelijk populair. Dat bleek op de recente klimaatbetoging in Gent, de doortocht van degrowth-guru Jason Hickel, en zelfs uit het rapport van de Hoge Gezondheidsraad over de nucleaire risico’s waarin aangegeven wordt dat ‘het paradigma van onbeperkte groei ter discussie gesteld moet worden’. Dat soort slogans negeert het enorme belang van economische groei voor onze samenleving.

Belang van economische groei

De menselijke geschiedenis is er een van duizenden jaren waarin zo goed als iedereen in extreme armoede leefde en het vooral een kwestie was van overleven. Pas de jongste paar honderd jaar is er dankzij economische groei echte vooruitgang mogelijk. Dat resulteerde in een sterke bevolkingsgroei, en in steeds grotere groepen van de bevolking die aan extreme armoede konden ontsnappen. Op wereldvlak zet die trend nog altijd door: in 1990 leefde nog 36 procent van de wereldbevolking (of 1,9 miljard mensen) in extreme armoede, vandaag is dat nog 9 procent (of 700 miljoen mensen), en de vooruitzichten wijzen op een verdere daling in de komende jaren. Die vooruitgang terugdraaien in naam van duurzaamheid is geen realistische optie.

Dichter bij huis maakte economische groei het mogelijk om een uitgebreide welvaartsstaat uit te bouwen. Meer nog, economische groei zal het mogelijk maken om die welvaartsstaat onder toenemende druk van de vergrijzing overeind te houden en nog verder te versterken. Zonder economische groei zou het onmogelijk zijn om onze huidige welvaartsstaat te behouden. 

Verdere bijsturing van ons groeimodel

Dat wil uiteraard niet zeggen dat er geen problemen zijn met ons economische model. Dat model heeft het vooral moeilijk met ‘externaliteiten’: effecten die niet meegenomen worden in de marktprijzen, waardoor er onvoldoende rekening mee gehouden worden. Het klimaat is zowat het meest in het oog springende voorbeeld daarvan. De oplossing is evenwel niet om het einde van de economische groei te prediken, maar wel om het economische model bij te sturen zodat het wel rekening houdt met die externaliteiten. Wat klimaat betreft, vereist dat onder meer op internationaal vlak een correcte prijszetting voor vervuilende activiteiten via emissiehandel en/of groene fiscaliteit. En dat aangevuld met extra overheidsinvesteringen om de noodzakelijke duurzame transitie te versnellen. 

Op Vlaams niveau moeten de klimaatinspanningen vooral focussen op transport, gebouwen en landbouw. De emissies uit energieproductie en bijna de hele industrie worden immers al geregeld op Europees niveau via de handel in emissierechten (ETS), met de continue afname van die rechten. De Vlaamse inspanningen moeten dan ook focussen op de non-ETS, en op dat vlak moet het echte werk nog beginnen. Maatregelen als slimme kilometerheffing, elektrificatie van het wagenpark, renovatieverplichting voor gebouwen, de uitfasering van gas in woningen, … zullen op relatief korte termijn onvermijdelijk worden.  

Duurzame groei

Een model zonder groei dreigt al snel vast te lopen in stagnatie en polarisatie, wat uiteindelijk allesbehalve duurzaam zal zijn. Wie denkt op die manier de wereld te redden, dwaalt. De echte weg vooruit is om het economische model versneld bij te sturen richting duurzame oplossingen.


De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij VOKA en auteur van het boek Terug naar de Feiten

Meer