Een kantelmoment: China’s economische groei loopt achter op die van de rest van Azië

De Chinese groei is niet meer wat het geweest is. De Wereldbank verwacht dat die voor het eerst sinds 1990 zwakker zal zijn dan in de rest van Azië.

De Wereldbank heeft de groeiverwachting voor de Chinese economie verlaagd van 8,2 procent vorig jaar tot slechts 2,8 procent dit jaar. Afgelopen april was dat nog 4-5 procent, wat min of meer in lijn lag met China’s doelstelling voor 2022.

Voor de andere Aziatische landen wordt voor 2022 een gemiddelde groei van 5,3 procent verwacht, tegenover 2,6 procent vorig jaar.

De redenen

Er zijn verschillende redenen waarom verwacht wordt dat de economische groei in China minder fors zal zijn dan in de andere Aziatische landen.

  • China’s zerocovidbeleid heeft de groei in het tweede kwartaal gedrukt. Tijdens het voorjaar werden enkele grootsteden, zoals Peking, Shanghai en Shenzhen gedeeltelijk of grotendeels in lockdown geplaatst. Miljoenen Chinese arbeiders uit die drie economische centra werden gedwongen thuis te blijven. En aan dat beleid lijkt geen einde te komen: begin september moesten opnieuw 25 miljoen mensen in Chengdu en Shenzhen zich afzonderen van de rest van de wereld.
  • Ook de vastgoedcrisis is nog lang niet voorbij in China. Het is een enorm probleem, aangezien de vastgoedsector direct en indirect goed is voor 30 procent van het Chinese bbp. Verwacht wordt dat de Chinese staat de noodlijdende sector ter hulp zal schieten. Maar Peking zal daarbij voorzichtig te werk gaan, gevangen tussen zijn wens om de vastgoedgiganten een lesje te leren en de noodzaak om een essentiële sector weer op de been te helpen.
  • De door Peking aangekondigde stimuleringsmaatregelen blijven bescheiden in vergelijking met die van het Westen. De grote financiële instellingen hebben niet echt een verbetering gezien. Zozeer zelfs dat Goldman Sachs en Nomura hun vooruitzichten voor volgend jaar aanzienlijk hebben verlaagd.
  • China lijdt ook onder de opgelopen energie- en voedselprijzen. Landen als Indonesië, Thailand en Maleisië hebben grote energiesubsidies verstrekt. In tegenstelling tot China hebben sommige centrale banken ook besloten de rente te verhogen om de inflatie te temperen. Dat is het geval in Vietnam en de Filippijnen.

De Asian Development Bank (ADB), een regionale ontwikkelingsbank die de economische ontwikkeling van het gebied wil bevorderen, kwam eerder ook al tot de vaststelling dat de economische groei in China in 2022 voor het eerst in meer dan 30 jaar trager zal zijn dan die van enkele andere Aziatische landen.

(ns/fjc)

Meer